top of page

Hoofdstuk 7:
'De roepvogel'

Een hoofdstuk over hoe je jezelf verkoopt.

Cover van boek 'Vogelvrij' ontworpen door Fabian Schulting

Elk jaar worden er duizenden nieuwe freelancers geboren in de creatieve industrie. Het is dan ook belangrijk dat je er een beetje tussenuit springt. Zorg dat je opvalt. Werk aan je eigen merk. En positioneer jezelf als unieke freelancer. 

Vakgenoten over zelfpromotie

"De reclamebranche is een kleine wereld waarin iedereen elkaar kent. Word gets around. De beste zelfpromotie is daarom volgens mij: één, je werk goed doen. Daar wordt je dik voor betaald. Twee, een leuke tijdelijke collega zijn. Daar wordt je voor teruggevraagd en aanbevolen." Peggy van Neer, freelance copywriter en zelfstandig ondernemer.

​

“Bij zelfpromotie moet je altijd denken: welke klanten wil je? En wat is je route daar naartoe? Je kunt het via het pay it forward model doen: dus klanten iets waardevols geven – een advies of een idee – zonder er iets voor terug te vragen. De prospects die je gratis advies meenemen, maar er verder nooit iets voor terugdoen, die wil je ook niet als klant. En de prospects die je dankbaar zijn, die krijg je dan vanzelf als klant.” Michiel Daalmans, co-founder, The Outsiders.

​

“We hadden een vacature openstaan voor vaste front-ent developers. Met als klein tekstje eronder: only apply if you’re awesome. Kort daarna werd ik via LinkedIn benaderd door een freelancer. Met een berichtje dat helemaal was geënt op die awesomeness. En dat was zo’n leuke authentieke manier van benaderen. Het was maar een berichtje van 2, 3 regels. Dus ik kon meteen doorklikken naar z’n profiel en hij had m’n aandacht. En die zit hier nu al een half jaar freelance en werkt mee aan een nieuw platform van RTL.” Michael Kattenbeld, head of design & front-end RTL Nederland.

​

“Wat ik heel erg irritant vind zijn die mailtjes van mensen. “Ja, ik denk; ik zal je even een update geven.” Gast, ik zit helemaal niet te wachten op je update. Iemand heeft dan bedacht om iedere maand systematisch een update mailtje te sturen. Maar als blijkt dat ik niet reageer, stuur me dan die mailtjes niet meer. Want dan ga ik je irritant vinden en ga ik je sowieso niet meer inhuren. Verder zijn er veel freelancers die alleen maar komen halen. Daar hoor je de rest van het jaar niets van. Die ga je dan ook niet meer inhuren. Van de goeie en leuke mensen krijg ik met kerst vaak wel iets. Omdat het gepassioneerde mensen zijn. Maar ze doen het vooral omdat ze het zelf erg leuk vinden.” Ronnie Besseling, digital design director Dawn.
 

“Je kunt het vergelijken met de dj-scene. Vroeger had je een beperkte groep, maar nu is iedereen dj. Maar degene die het meest presteren en die dus ook de meeste gigs hebben, zijn niet per se de dj’s die technisch het allerbeste zijn. Het zijn vooral de dj’s die het best kunnen netwerken en die zichzelf het best kunnen positioneren en promoten.” Yigal van Gelderen, digital strateeg De Franse Kamer. 

​

“Erwin Kleinjan en ik waren we gewoon twee freelancers. Als je dat Erwin en Hesling noemt, dan zijn het gewoon freelancers. Maar geef je het een naam – zoals Pool – dan is het opeens een bedrijf. Het is precies hetzelfde, maar de perceptie is heel anders. Daarvoor hadden niet zoveel mensen specifiek interesse in ons, maar toen we ineens Pool heette, toen waren al die grote agencies geïnteresseerd in ons. Al die grote agency-jongens en ingewikkelde types gingen lunchen met ons. Maar toen we daarvoor onze portfolio opstuurden, was niemand geïnteresseerd. En als Pool hadden we ook een website waar je niets op kon zien. Gewoon heel mysterieus erover doen. Hoe mysterieuzer je website is, hoe meer mensen je bellen.” Hesling Reidinga, ‎creative Partner Khanna \ Reidinga.

​

“Het makkelijkst is een uitnodiging op LinkedIn. Die accepteer ik altijd wel, ook als ik de persoon nog niet persoonlijk ken. Het is toch maar gewoon een kaartenbak. Wat een aantal doen is gewoon wat werk opsturen. Met een aardig mailtje erbij. De beste verzoeken komen verrassend genoeg uit de grafische kant. Dus van designers, dtp’ers en illustrators. Die zijn daar het beste in. En dat vind ik best raar, want dat had ik meer verwacht van copywriters.” Iris Buddingh, managing director Propaganda.

“Zowel vaste creatieven als freelance creatieven presenteren zichzelf onder de maat. Standaard mailtjes. Slecht vormgegeven cv’s. Niet op volgorde liggende pdf’jes.” Vincent Mispelblom Beyer, headhunter Flexfirm.
 

Zelfpromotie

Zelfpromotie. Handig - en vooral noodzakelijk - om je netwerk aan leuke klanten uit te breiden. Je kunt er je creatieve ei in kwijt, je zet jezelf weer even op de kaart en je kunt op een leuke manier je klanten verrassen, verwennen of bedanken. En het leuke is, bij zelfpromotieklussen ben je je eigen opdracht-gever. Je maakt zelf de briefing en je bepaalt zelf of het leuk genoeg is om uit te voeren of niet. En je bepaalt ook zelf of het goed genoeg is om in te sturen naar een of ander prijzenfestivalletje. 

​

Er zijn – grofweg - twee verschillende manieren van zelfpromotie. Bij de eerste zet je jezelf centraal. En bij de tweede zet je je talent centraal.
 

 

Groepsfoto van freelance copywriter Pascal Boogaert

Persoonspromotie 

Deze vorm van zelfpromotie is zeer direct. Met mailings, kerstacties of online grappen zet je steeds jezelf centraal. Je gebruikt hierbij je creatieve talent om jezelf op een verrassende manier onder de aandacht te brengen. De boodschap is hierbij eigenlijk vaak hetzelfde: bel me!

​

Een 3D geprinte kerstbal met je eigen gezicht. 
Een paasei gevuld met jouw visitekaartjes. 
Fortune cookies met je eigen contactgegevens. 

​

Het nadeel van deze vorm van zelfpromotie is dat veel mensen - zowel opdrachtgevers als collega's - denken dat je geen reet te doen hebt. Ze zien deze acties vaak als een verkapte manier om te bedelen naar werk. En dat is natuurlijk niet het gewenste effect van je zelfpromotie. 
 

De visitekaart post-its van freelancec copywriter Pascal Boogaert

Talentpromotie

 

"Act, don't ad" 

 

Het is slimmer om niet jezelf, maar je talent centraal te zetten. Deze vorm van opvallerij is eigenlijk indirecte-zelfpromotie. Laat je creativiteit de vrije loop. En start dingetjes on the side om je creatieve hart sneller laat kloppen. Schrijf een boek, geef een dichtbundel uit, ga schilderen, maak een fotoboek of een leuk filmpje.... 

​

Het zijn projecten die ogenschijnlijk niets te maken hebben met je dagelijkse werkzaamheden. Er zit niets commercieels achter. Je verdient er geen geld mee en je probeert het creatief werkje ook niet te verkopen aan een of andere klant. De projecten lijken dan ook niets te maken te hebben met zelfpromotie. Het is eigenlijk vrije kunst.

​Zorg er vervolgens wel voor dat al die creatieve uitspattingen onder de ogen komen van je klanten, je relaties en je collega's. Zorg dat je creatieve pareltjes via persberichten, social media, nieuwsbrieven en vakbladen aan de opper-vlakte komen drijven. Met elk grapje, pareltje of filmpje zet je talent weer even op de kaart. 

​

Het is een simpele en o zo voor de hand liggende manier van zelfpromotie. Waarbij je nooit het verwijt kunt krijgen dat je aan het bedelen bent om werk. Het enige commentaar dat je kunt krijgen is dat je een geweldige creatief bent. Omdat je zelfs in je vrije tijd een uitlaatklep zoekt voor je creativiteit. 

​

“Bedenk eigen initiatieven en doe dat met iemand anders samen. Zo kun je echt laten zien wat je tof vindt en wat je kracht is. Het kost enorm veel tijd en je verdient er niks tot nauwelijks mee, maar je haalt er veel energie uit en je leert er enorm veel van.” Freelance designer.
 

Dichtbundel 'origami' van freelance copywriter Pascal Boogaert

Strategische promotie

Je kunt zelfpromotie ook gebruiken om je werkgebied te verbreden. Stel, je bent fotograaf. En je komt om in de portretopdrachten. Maar een leuke modeklus komt helaas nooit voorbij. Zet dan in je eigen tijd een vrij modeproject op. Maak er een glimmend fotoboek van en regel een expositie. Stuur het boek naar bloggers, tijdschriften en nodig potentiële klanten – met een nieuwsbrief via Mailchimp – uit voor de opening van de expositie. 

​

Je hoeft nu niet meer te roepen dat je ook geschikt bent als modefotograaf. Je hebt jezelf nu bewezen als modefotograaf. 

​

"Er zijn niet zo heel veel allround goede freelance creatieven. Het is een vak apart. Er zijn maar weinig mensen die kunnen wisselen van dingen om hun skills te verbreden. Want het is zo makkelijk als je ergens een kunstje kan doen en dat vervolgens nog jaren kunt doen." Rogier Heijning, creatief directeur Lemon Scented Tea.
 

Kerstcadeau van freelance copywriter Pascal Boogaert

Klant-name dropping 

Veel freelancers laten dagelijks zien waar ze op dat moment aan het werk zijn. Door foto's te delen op social media van hun te gekke klus op hun te gekke locatie met die te gekke creatief voor dat te gekke merk. 

​

De meningen lopen hierover uiteen. 

​

Nuchtere freelancers houden het liever simpel. Ze zetten keurig op LinkedIn waar ze in het verleden hebben gewerkt en op hun portfolio staat een lijstje met a-klanten. Zodat potentiële opdrachtgevers een referentie hebben en een indruk krijgen van hun achtergrond. Deze bescheiden vrije vogels hoeven niet constant aan de goegemeente te vertellen waar ze wat met wie zitten te doen. Het gaat niemand wat aan. En ze willen voorkomen dat andere opdracht-gevers jaloers worden als ze wél de naam van een groot bureau uit Amsterdam delen op Facebook maar niet die van een klein bureau uit Groningen. Al hun klanten zijn even belangrijk. En ze voelen er niets voor om het uitbundig te vieren op social media als ze een keertje bij de crème de la crème aan het werk zijn. 

​

Uitbundige freelancers kiezen liever voor de bombastische aanpak. Ze geloven heilig in het massive name droppen. Het is natuurlijk geweldige advertising voor jezelf. Je laat constant zien dat je werkt voor top notch bedrijven en adverteerders en dat je altijd in de eredivisie speelt. 
 

Klein Opdrachtgevers Onderzoek

Beste klant, een freelancer van je zet op social media dat ie leuk aan het klussen bij een concurrent. Hij doet dit echter nooit als ie bij jou zit te werken. Wat vind je daarvan? 

​

24% vind dit behoorlijk irritant.

Voor 52% is dit juist een teken dat ze geweldige freelancers inhuren die op geweldige plekken komen.

De overige 24% heeft er geen mening over. 
 

"Ik vind het altijd heel kolderiek als freelancers dat doen. 'Ik zit nu hier en ik zit nu daar.' Het is zo leunen op de naam van anderen. Ga gewoon lekker goed werk maken." Arjan Ribbe, managing director Hunt.

​

“Ik heb net iets te veel aan m’n hoofd om me daar druk over te maken. Ik kan me heel goed voorstellen dat je als freelancer wilt laten zien dat je hot bent. Dat je gevraagd wordt door de goeie bureaus. Zou ik ook doen.” Bas Korsten, executive creative director JWT.

​

“Ik vind het zelf altijd een beetje gek dat je dat doet eerlijk gezegd. Dat je zegt waar je werkt. Het niet-discreet zijn daarvan ontgaat me. Waarom moet je dat naar buitenflappen? Ik zit met die en die en daar en daar…. Hou op. Doe het daarna. Deel je werk en zeg dan met wie je dat waar hebt gemaakt.” Marc Linderhof, mede-oprichter RadeMakkers.

​

“Ik ervaar dat niet als name droppen. Ik vind dat juist heel goed. Dat je vertelt waar je werkt, met wie je werkt en dat je lol hebt. Drop je een ongeluk!” Alwine de Jong, creatief directeur Being There.

​

“Het is not done om te praten over de klussen waar je op dat moment werkt. Dus in theorie kun je niet zeggen dat je bij bureau A zit te werken op klant B. Dat zou ik altijd even overleggen. Want wie weet zit er wel een disclosure op de klus waar jij niets van weet.” Thomas Termaat, owner De Franse Kamer.

​

“Promoot jezelf niet te veel via social media. Niet te vaak. Maximaal een keer per maand een leuk overzicht van wat je die maand hebt gedaan.” Yigal van Gelderen, digital strateeg De Franse Kamer.

​

“Ik kreeg een mailtje van een oude copyman. Hij wilde zich als freelance copywriter aanbieden. Iemand die ADCN-lampen heeft gewonnen en de hele mikmak toen ik zelf nog een kleine assistent pikkie was. Maar die mail…. De tranen stroomden over mijn wangen. Zo slecht! Ik wil best overal het positieve van in zien, maar als je vroeger zo’n mooi werk hebt gemaakt – met al je lampen – en je kan zo goed nadenken, hoe kan je dan zo’n armoedig mailtje sturen. Het concept, de inhoud en hoe hij zichzelf neerzet. Laat zien dat je ook met je tijd bent meegegaan. Laat zien dat je deze tijd ook snapt. Maar als ik in dat mailtje werk zie uit 1984 waar ie destijds een prijs mee heeft gewonnen, dan is het bijna zielig.” Aad van Hoven, creative director en partner Bureau Kellerman.

​

“Ik vind zelf alleen een melding ‘aan het werk bij tof bureau x op toffe klus’ altijd een beetje dun. Probeer er in ieder geval een beetje een leuke draai aan te geven, voeg een foto van de hond van de trafficer toe, leuk het op. En een beetje zelfspot kan geen kwaad.” Carlo Groot, freelance copywriter.
 

De cruciale portfolio

Elke creatief heeft een portfolio. Vroeger was dat een ouderwetse lederen map met bandjes. Rijkelijk gevuld met foto's, tekeningen of teksten. Als je vroeger zo'n ding in de metro liet liggen of in de gracht liet waaien had je een groot probleem. 

​

Tegenwoordig staat zo'n ding probleemloos lekker te shinen op het web. Als het goed is. Want geloof of niet, er zijn nog steeds creatieven zonder een online portfolio. En dat is raar. Elke creatief streeft toch naar een eigen mini-museum met werk waar je trots op bent? Als je geen portfolio hebt laat je zien dat je niet trots bent op je werk. 

​

Een online portfolio is meer dan een expositieruimte. Het is ook een project. Vooral voor freelance creatieven in marketing en communicatie. Want met je site kun je laten zien dat je communicatie snapt. Je laat zien dat je filmpjes kunt embedden, dat je je art work kunt linken aan Behance en dat je weet hoe je om moet gaan met Wordpress. 

​

Freelance creatieven in marketing en communicatie zonder online portfolio zijn lui. Ze laten zien dat ze hun eigen vak niet zo belangrijk vinden. Of heeft niemand ze de voordelen van een online portfolio uitgelegd?
 

Voordeel 1: met een website kunnen klanten je werk checken. 
Voordeel 2: klanten zien meteen of je goed genoeg bent. 
Voordeel 3: ze zien of je het soort werk kunt maken dat ze nodig hebben. 
Voordeel 4: ze zien of je wel voldoende ervaring hebt. 
Voordeel 5: ze zien je palmares en je cv waardoor het vertrouwen in je wordt versterkt. 
Voordeel 6: de klant heeft meteen je contactgegevens. 

​

"Met een online portfolio krijgt een opdrachtgever sneller een overzicht van wat een creatief kan. Een LinkedIn-profiel is ook handig natuurlijk en zo gemaakt. Persoonlijk krijg ik echter jeuk van hoe mensen zichzelf daar vaak op zitten te blazen. Portfolio’s liegen niet." Peggy van Neer, freelance copywriter en zelfstandig ondernemer.
 

Klein Freelancers Onderzoek

De meeste freelancers vinden dat je zowel een online portfolio als een fijne LinkedIn-pagina moet hebben. Van die twee vinden ze de online portfolio net iets belangrijker. Slechts een paar freelancers geloven niet in een online portfolio of een LinkedIn-pagina. Ze denken dat good old mond-tot-mond nog steeds de beste netwerktool is. 

De one-page portfolio

De mensen die je willen inhuren hebben vaak haast. Ze zitten met een spoedklus of met een zieke werknemer die stante pede vervangen moet worden. Om een freelancer te vinden moeten ze een voor een alle portfolio's bekijken. Flinke klus. Maak het ze dus makkelijk. En ga ze niet pesten met vette intro's, teasende voorschermen of 3D loading vensters. 

​

De art buyer wil zo snel mogelijk een zo helder mogelijk beeld van je krijgen. Hij wil in één oogopslag zien wat je creatieve pareltjes zijn, wie je meest belangrijke klanten zijn, wat je specialisme is en wat je contactgegevens zijn. De eerste pagina van je portfolio moet het allemaal kunnen vertellen. 

​

Achter deze homepage kun je nog honderden leuke pagina's gooien met animaties, games en html-grappen. Maar houd de eerste pagina simpel. 
 

Illustratie van een designer die zijn portfolio aan een klant toont in een moderne kantooromgeving.

Iedereen online!

Eigenlijk zou iedere freelancer een website moeten hebben. Is het niet voor je portfolio, dan wel om te vertellen waarvoor - en hoe - de opdrachtgever jou precies zou moeten inhuren. Natuurlijk kom je ver met een professioneel LinkedIn-profiel, maar zelfs een freelance begrafenisondernemer heeft een serieuzere uitstraling als ie ook een website heeft. 

​

En dat geldt zeker voor alle freelancers die zich hebben genesteld in marketing, media en/of communicatie. Ook als je niet creatief bent, zou je 'ns een online portfolio moeten overwegen. Want voor alle freelance project-managers, strategen, art buyers en account managers is een keurig LinkenIn-ceeveetje eigenlijk niet meer voldoende. 

Het eindproduct van je werkzaamheden is altijd een creatieve uiting. En door dit te laten schitteren op het web spreekt het veel meer tot de verbeelding dan een bullet point op je LinkedIn-profiel. 

Met een filmpje van de tv-commercial (waar je als strateeg een bijdrage aan hebt geleverd) verkoop je jezelf veel beter dan met alleen een vermelding op je cv. En er zijn altijd freelance creatieven die je willen helpen bij het maken van zo'n online portfolio. Gratis. Omdat ze weten dat je in ruil daarvoor wel 'ns een keer een betaald klusje naar ze doorschuift.
 

Vakgenoten over de vraag of elke freelancer aan de portfolio moet

“Ik vind wel dat je een goeie heldere site moet hebben, die uitlegt wat je doet, en die uitnodigt om contact op te nemen, zodat je je portfolio kunt toe-lichten.” Freelance interaction designer.

​

“Bijna elke developer kan zeggen dat ie goed is in php, html of weet ik wat allemaal voor programmeertalen om apps te bouwen. Maar ik wil weten: welke apps? Bouw je een hele gave sophisticated app? Of is het een standaard app met een newsfeed? Met een portfoliosite kun je laten zien waar je aan hebt gewerkt. De vormgeving van de app is door Pietje gedaan en zelf ben ik verantwoordelijk voor zus en zo. Dat is net als met reclameportfolio’s. Dat mooie werk zit in iedereen z’n portfolio, maar welk radertje heb jij nou ontwikkeld? Voor welk onderdeel ben jij verantwoordelijk?” Derek Ariëns, co-founder and director, Edge Amsterdam.

​

“Bij de portfolio-vraag is de eigenlijke vraag: wat heb je nodig aan validatie om aan tafel te komen? Bij art directors, vormgevers en copywriters is dat duidelijk. Vormgevers hebben plaatjes en copywriters hun teksten om te overleggen. Bij strategen wordt dat lastiger: daar is de strategie vaak classified of iets wat vaag te omschrijven is. En aan een vage case heb je niet zoveel als opdrachtgever. Dus vraag je af: wat heb je nodig om de onzekerheid weg te nemen om aan tafel te komen? Voor strategen is naming vaak voldoende om aan tafel te komen: ik heb voor deze klanten gewerkt aan deze projecten. Het definitieve bewijs van kunnen laat je als strateeg in het gesprek zelf zien; je brainpower tijdens het overleg. Door dit gesprek nog niet meteen in rekening te willen brengen (zie het als pitch), vergroot je de kansen om een voet tussen de deur te krijgen. ‘Zullen we daar eens met een kopje koffie vrij over brain-stormen?’, doet wonderen.” Michiel Daalmans, co-founder, The Outsiders.

​

“Ik vind het vooral belangrijk om te weten welke rol je daarin hebt gespeeld. Vaak zie je fantastische namen van grote opdrachtgevers, maar dan weet ik nog niet veel. Was je een klein radertje in het geheel? Of was je bepalend voor het opzetten van de hele architectuur? Een stukje code opsturen is ook niet genoeg. Want dan weet ik nog niet hoelang je er aan het gezeten om tot die oplossing te komen. Bij een designer is het veel makkelijker om naar een portfolio te kijken. De beste manier om coders te beoordelen is toch via een gesprek. Wat heb je binnen dit project gedaan? Waar ben je tegenaan gelopen? En hoe ging je daarmee om?” Michael Kattenbeld, head of design & front-end RTL Nederland.

​

“Het is belangrijk om zichtbaar te maken wat je precies doet met een port-folio. En beschrijf je rol bij het project. Met een portfolio kan ik zien dat je gewend bent om voor grote opdrachtgevers te werken. Ik krijg dan een beter beeld van wat iemand nou precies kan. En dan kunnen wij beter iemand kiezen voor onze klus.” Ronnie Besseling, digital design director Dawn.
 

“Bij back-end developers is het werk wat minder zichtbaar. Voor ons is het belangrijk hoe code eruitziet en wat de denkpatronen van de freelancer zijn geweest. Veel developers hebben dan ook een github-accountje waarin hun code staat. En als ze gaan solliciteren dan sturen ze dat mee. Front-end developers zitten meer op de animatie en de interface. Die hebben vaak wel een portfolio of een lijstje met websites waar we doorheen kunnen gaan. Het lastigste vind ik altijd om te zien wat het aandeel van de freelancer nou precies was in het geheel.” Jordi Romkema, creative director en managing partner Superhero Cheesecake.

​

“Dankzij LinkedIn is er een uniformiteit ontstaan in de cv’s. Hoe beter je portfolio in elkaar zit, hoe beter ik kan beoordelen of je een goede kandidaat bent. En een projectmanager moet toch in staat zijn om een site in elkaar te flansen? Desnoods met behulp van z’n netwerk. Zo werd ik benaderd door een strateeg die alleen maar een word-document had met wat ie had gedaan. In die cv staat dat hij de digitale strategie heeft gedaan voor Albert Heijn, maar zelf heeft ie niet eens een site! Ik vind een eigen online portfolio absoluut een voorwaarde.” Thomas Termaat, owner De Franse Kamer.

​

“Ik wil zien van een strateeg wat zijn cases zijn en wat de insights waren. En hoe die insights vervolgens zijn doorgevoerd. En wat er uiteindelijk aan de klant is gepresenteerd. Anders weet je namelijk helemaal niks. Behalve dat hij leuk en intelligent overkomt.” Hesling Reidinga, ‎creative partner Khanna \ Reidinga.

​

“Absoluut! Je moet niet alleen goed zijn in je werk, maar je moet ook goed zijn in jezelf presenteren. Ik vind het geweldig dat iemand die met nullen en eenen werkt het voor elkaar krijgt om zich in the picture te zetten met een portfolio.”  Iris Buddingh, managing director Propaganda.

​

“Strategen sowieso. Een strateeg moet wel cases kunnen presenteren. Die moeten kunnen laten zien wat ze zoal bedacht hebben. Voor account mensen is het moeilijker. Die regelen het wel tijdens de intake.” Vincent Mispelblom Beyer, headhunter Flexfirm.
 

Klein Opdrachtgevers Onderzoek

Zouden non-creatieven uit de wereld van marketing en communicatie (zoals producers, trafficers, strategen en projectmanagers) ook een online portfolio moeten hebben? Zodat je meteen hun cases kunt bekijken?

​

44% vindt dat een heel goed idee. 
Voor nog ‘ns 44% is een netjes ingevuld LinkedIn-profiel voldoende.
De overige 12% heeft hier geen mening over. 
 

Acquisitie

Bellen, mailen, pakketjes verzenden... het heeft allemaal geen zin als je je toekomstige klanten niet face to face hebt ontmoet. Dus prop die voet tussen de deur. Regel koffiedates met trafficers, art buyers en creatieven. Afhankelijk van de grootte en opzet van een bureau moet je even strategisch bepalen wie je persoonlijk wilt spreken: de creatief directeur die graag met jou wil werken of de art buyer die jou graag wil inhuren. 

​

En als je direct voor opdrachtgevers wilt werken, probeer dan op LinkedIn erachter te komen wie het hoofd communicatie of marketing is. 

​

Gooi vervolgens al je creativiteit in de strijd om binnen te komen. Misschien is alleen je werk laten zien niet genoeg om een afspraak af te dwingen. En moet je dus met zwaarder geschut komen. Zoals een dikke presentatie over de totstandkoming van een megaproject. Of een inspiratiesessie voor meerdere mensen van het bureau over een specialisme waar jij toevallig de koning in bent. 

 

Of stap met vier of vijf freelancers tegelijk het pand binnen - na het maken van een afspraak natuurlijk - om een groepspresentatie te houden.
 

“Er zijn er een paar die zeer volhardend zijn in mailtjes en portfolio’s sturen. En dat zijn toch meestal wat oudere mannen dan wij. En daar krijg ik altijd een beetje jeuk van. Onlangs belde er eentje. En die begon me de les te lezen. “Dan ga ik je even uitleggen hoe je video moet gebruiken op social media.” Die aanpak alleen al jaagt je zo in het harnas. Al heb je honderd jaar ervaring met social media.” Marc Linderhof, mede-oprichter RadeMakkers.

​

“Blijf relevant door goede cases van jezelf te delen. Via mail of via social media. Mensen hoeven mij echt geen flessen wijn te geven of uit te nodigen. Daar word ik juist heel ongemakkelijk van. Want dan denk ik dat ik in een relatie terecht ben gekomen waarbij ik iemand iets schuldig ben. Ik hou het graag zuiver. En als je nieuwe bureaus wilt benaderen, stuur even een goede mail met goed werk. En check even bij welke klant van het bureau dit werk goed zou passen.” Alwine de Jong, creatief directeur Being There.
 

Noodzaak tot acquisitie

Het is niet voor iedere freelancer noodzakelijk om te acquireren. Het hangt een beetje af van je leeftijd, je ervaring en hoe dik je financiële buffer is. Jonge freelancers moeten hun reputatie nog vestigen in het vak en hebben dus dringend naamsbekendheid nodig. Bellen, afspraken maken en je werk laten zien dus. Acquireer de hell out of it!

​

Dat geldt ook voor creatieven die al langer meedraaien en nog maar net zijn begonnen met freelancen. Ook voor hen is het verstandig om lekker om zich heen te bellen. Veel mensen kennen je misschien, ze weten echter niet dat je freelancer bent en hoe je je werkwijze ziet als freelancer. Welk tarief ga je hanteren? Met welke andere freelancers wil je graag samenwerken? Wat is je specialiteit? Wat voor soort klussen zoek je? Bellen, afspraken maken en je werk laten zien dus. 

​

Als je inmiddels een aardige klantenkring hebt opgebouwd en een gezond spaarpotje, dan hoef je niet al je vrije dagen te spenderen aan acquisitie. Behalve misschien als je je werkveld wilt verbreden en nieuwe bureaus met nieuwe vakspecialisaties wilt leren kennen.

Anders is het zonde van je tijd. 

​

Je kunt op die vrije dagen namelijk ook andere leuke dingen doen. Zoals lunchen met bestaande klanten, je portfolio updaten, zelfpromotie doen of gewoon lekker niks doen. 

​

Er zijn helaas ook veel freelancers die een mager buffertje hebben. Soms zijn ze daar deels zelf verantwoordelijk voor. Door een te hoge hypotheek, een scheiding links en rechts of gewoon door op te grote voet te leven. Maar vaak is dat mager buffertje buiten hun schuld om ontstaan. Bijvoorbeeld omdat een grote opdrachtgever failliet ging en niet kon uitbetalen. 

​

Deze mensen moeten over een zware drempel heen om te acquireren. Iedereen kent ze, iedereen weet dat ze freelance zijn, maar toch moeten ze langs de deur. Veel van hen zijn de 40 of misschien al de 50 gepasseerd. Voor deze freelancers is het vreselijk moeilijk om wéér met hun mapje langs bureaus te gaan. Waar creatief directeuren tegenover je zitten die twee decennia na jou zijn geboren. 
 

Het voelt misschien raar om langs de deur te gaan met je portfolio op dat punt in je loopbaan, maar je hebt geen keuze. Bellen, afspraken maken en je werk laten zien dus. 

​

Bovendien moet je geen probleem maken van die leeftijdsblokkade. Je hebt als freelancer immers gekozen voor een leveranciersbestaan. En niet voor een leidinggevend bestaan binnen een bureau. Voor leveranciers in alle andere branches - van aannemers tot kledingontwerpers - is het niet meer dan logisch dat je opdrachtgevers vaak tientallen jaren jonger zijn dan jij. En zo moet je de leveranciersrol van de freelancer ook zien in marketing en communicatie. 

​

Dus pak je rollator en ga de deur uit! Strompel naar de bureaus om die pubers je werk te laten zien. Er zijn namelijk nog genoeg opdrachtgevers die jou nog niet kennen. 

​

Heb je na deze peptalk nog steeds schroom om als 40-plusser weer te zeulen met je map? Probeer dan binnen te komen bij potentiële opdrachtgevers met een overtuigende smoes. Geef een gratis les tekstschrijven aan het bureau. Ga wat vertellen over de roman die je hebt geschreven. Of laat die film zien die je in eigen beheer hebt geproduceerd. Of ga creatief directeuren interviewen voor het boek met tips voor freelancers dat je aan het schrijven bent. 

​

Het begint allemaal met een telefoontje naar de juiste persoon. Struin het web - en met name LinkedIn - af om precies de juiste contactpersonen te vinden. Als je mazzel hebt, vind je op het web ook het 06 nummer en heb je een direct lijntje met je prospect. Gebruik dat dan ook en ga niet passief zitten mailen.
 

Second Degree Connections op LinkedIn

Never underestimate the power van het visitekaartje. 

​

Probeer je netwerk van connecties op LinkedIn zo groot mogelijk te maken. Connect met iedereen waarmee je hebt gewerkt, connect met iedereen waarmee je een biertje hebt gedronken en connect met iedereen die je een handje hebt gegeven tijdens een vergadering. 

​

Maar connect niet met mensen die je niet persoonlijk kent. Dat is iets voor kneusjes. 

​

Zo’n enorm netwerk van connecties zal in je loopbaan nog vaak van pas komen. Om de juiste contactpersonen te vinden bij een bureau of bij een adverteerder. Of om de juiste mensen te vinden om mee samen te werken.

​

Hoe groter de kring van First Degree Connections, hoe groter de kring van Second Degree Connections. En dan wordt het pas echt leuk! Want met deze twee kringen kunnen er veel deuren voor je opengaan.  

​

Wil je bij een bedrijf binnenkomen waar je nog niemand kent? De kans is groot dat onder je Second Degree Connections wel een handig strategisch contactpersoon zit die bij dit bedrijf werkt. De First Degree Connections die jullie allebei gemeen hebben, kun je vervolgens inzetten als kruiwagentjes. 

​

Bel het desbetreffende bedrijf op en vraag meteen naar die handige Second Degree Connection. 
 

“Ja, hallo. Met [je eigen naam]. 
Ik heb uw naam doorgekregen van [naam First Degree Connection].” 

​

En hop; het ijs is gebroken. Met een betrouwbare pikhouweel nog wel. Want die First Degree Connection zorgt voor flink wat vertrouwen en zet de deur nog verder op een kier voor je. 

Zonder dat die First Degree Connection er trouwens ooit iets mee te maken heeft gehad of gaat hebben. Natuurlijk kun je eerst de tergend langzame brave route volgen. Door keurig aan je First Degree Connection te vragen of ze een goed woordje voor je willen doen bij die ene interessante Second Degree Connection. Duurt veel te lang. En is niet nodig. Stap meteen over de First Degree Connection heen en ga cold callen. Die Second Degree Connection gaat nooit checken bij jullie gemeenschappelijke connectie of ie wel of niet zijn naam heeft doorgegeven aan je. 

 

En vergeet niet om na je telefoontje met die Second Degree Connection ‘m een connect verzoekje te sturen op LinkedIn. Want elke nieuwe First Degree Connection levert weer een schat aan Second Degree Connections op. 
 

Stel je freelancesprong een half jaartje uit

Als je de kans krijgt, probeer dan je grote avontuur een maandje of zes uit te stellen. Voor de broodnodige voorbereiding. Zoals een portfolio maken en visitekaartjes bestellen. Want zodra je eenmaal aan het vrijvogelen bent, komt daar vaak niets meer van terecht van. 

​

Net als bij een huwelijk - of de komst van een jankbaby - is voorbereiding best een handig ding. Regel mooie visitekaartjes, regel je belastingshit, regel al je financiële zaakjes, maak een online portfolio, pimp je LinkedIn, lees dit boek, ga netwerken met collega freelancers, ga lunchen met toekomstige klanten en lees dit boek nog een keer. 

​

De meeste freelancers raken op dag één al zo verslaafd aan hun freelance-leven, dat ze non-stop gaan werken. Met als gevolg dat ze geen visitekaartjes hebben, geen online portfolio en geen flauw idee hebben hoe de financiële kant nou precies werkt.

​

En dat is in het begin misschien niet zo erg. Maar vroeg of laat gaan deze gebreken je in de ass bijten. 
 

Kerstkaart van freelance copywriter Pascal Boogaert

De relatie met je klanten warm houden

Hier volgt een aardige collectie tips om je netwerk op te warmen als je het een beetje rustig hebt. Er zijn een heleboel logische dingen die je kunt doen om je opdrachtgevers te laten weten dat je nog leeft. Maar wat je ook doet, maak er geen smeekbede van! Zeg niet dat je droog brood eet en bijna verzuipt in je hypotheek. Dat interesseert je opdrachtgever niet. Hij wil werken met succes-volle freelancers. En succesvolle freelancers bedelen niet om werk. 

“Zeg nooit dat je geen werk hebt. Je kunt wel zeggen dat je weer beschikbaar bent. Alleen moet je wel bedenken dat hele goede mensen nooit beschikbaar zijn. Zij communiceren dat dus ook nooit via social media.” Yigal van Gelderen, digital strateeg De Franse Kamer.

De projectmatige interesse

Je kunt je klanten een keertje bellen of mailen. Met de vraag hoe het gaat met de projecten waar je op hebt gewerkt. En of je al iets kunt zien van de uitvoering van het project. Zodat je gratis advies kunt geven over de uitwerking. 

​

“Als je al een goede band hebt met je opdrachtgever heb je eigenlijk niet veel meer nodig. Dan zou ik daar gewoon op blijven vertrouwen. Het is wel belangrijk dat mensen je blijven herinneren. Als je het goed doet, en het klikt goed met het bureau, dan kun je volstaan door na een project even te bellen om te vragen hoe het er nou mee staat. ‘Ik zie dat de website live is. En ik zie dat het nog niet helemaal lekker is. Zal ik dat nog eventjes voor je fixen?’ Die freelancer doet z’n werk, de klus is klaar en hoeft er in principe niets meer van te vinden, maar dat doet ie wel! En op die manier komt er opeens nieuwe communicatie op gang. Die veel waardevoller is dan één keer in de maand een nieuwsbrief in mijn gezicht duwen. Maar… de communicatie moet nooit voelen als een ‘maniertje’. Je moet daar als freelancer wel een goede antenne voor ontwikkelen.” Ronnie Besseling, digital design director Dawn.

 

De persoonlijke interesse

Je kunt je klanten ook persoonlijker aanspreken. En vragen hoe het nou gaat met hun kinderen, hun zieke opa of met die zwangere hond. 

 

Strategisch borrelen

Als je een goede band hebt met je klant, kun je 'm ook uitnodigen voor een biertje. Ga echter nooit te vroeg pimpelen! Spreek pas om een uurtje of zes af. Zodat het lijkt alsof je het druk hebt en net uit je werk komt. Een stukje storytelling voor je eigen merk. Laat je opdrachtgevers voelen dat je een drukbezet baasje bent. 

Strategisch lunchen

Lunchen kan ook. Maar hou het kort! En zet de lunch strak tussen half 1 en half 2 in je agenda. Met de mededeling dat je echt - maar dan ook echt - om half 2 weer weg moet om te gaan werken. Zelfs al heb je geen reet te doen. Zelfs al zit je met smart op een klus te wachten. Die little white lie is nodig. Zodat je tijdens de lunch niet alleen het contact met je klant maar ook je imago versterkt. 

En vergeet niet te trakteren op die lunch. Ook al zit je wat krapper bij kas. De fiscus betaalt voor een groot gedeelte mee als je de bonnetjes keurig inlevert bij je boekhouder. 

​

Het gespreksonderwerp

Probeer het gesprek bij een lunch, etentje of borrel weg te houden van werk. Ga koetjesenkalven over het weer, voetbal of over de opmars van de Japanse hoornaar in Zuid-Europa. Maar ga niet uitweiden over klussen en klanten of het gebrek daaraan.

Opdrachtgevers waarderen het enorm als je om andere reden dan werk contact met ze opneemt. 1% talent, 99% klik. Je bouwt een band met je klant op en je geeft je klant een reden om je de volgende keer weer in te huren; je bent namelijk een toffe freelancepeer. 

​

En ondanks dat zo'n rendez-vous niets te maken heeft met werk, draagt het bij aan je eigen freelancemerk. Je bent namelijk weer even top of mind bij je opdrachtgever. En dat is een belangrijk plekje in het hoofd van de klant. Want als hij opeens paniek heeft en dringend een freelancer nodig heeft, dan belt hij altijd de vogel op die het hoogst in zijn top op mind lijstje staat.

​

Hoe-staat-het-er-nou-mailtjes 

Of je het nou rustig hebt of niet, trek een keer in de maand een paar uurtjes uit voor hoe-staat-het-er-nou-mailtjes. Stuur naar je klanten - een voor een natuurlijk - een kort mailtje. Zeker als je het wat rustiger hebt, zul je blij zijn als er nog een extra klusje uit zo'n mailrondje druppelt.
 

Klein Freelancers Onderzoek

Je netwerk met klanten warmhouden is heel belangrijk. Toch zijn er weinig die hier heel actief mee bezig zijn. De meesten weten dat goed werk afleveren eigenlijk de beste reclame is. De uitslag van een klein onderzoekje:

​

34% doet he-le-maal niet aan netwerkonderhoud. 
41% gaat regelmatig naar borrels. 
62% zet social media in (Facebook, LinkedIn, Instagram, Pinterest) om in de spotlight van klanten te blijven staan. 
25% pleegt regelmatig een belletje. 
50% gooit er regelmatig een mailtje uit.
7% houdt het bij een sms’sje of een appje. 

​

Slechts een handjevol freelancers – 16% - doet iets bijzonders rond de feestdagen voor haar klanten. 

​

Merk je dat het optelsommetje van percentages niet klopt? Logisch, veel freelancers doen namelijk én-én.

​

“Besteed veel aandacht aan je warme netwerk, niet aan je koude netwerk. Ik vind het waardevoller om een kop koffie te drinken met een bestaande relatie dan in te gaan op wervende acties van freelancers die ik niet ken. Maar als iemand aanbiedt om even een half uurtje langs te komen om zich voor te stellen en te laten zien wat hij de afgelopen tijd heeft gemaakt, dan zou ik daar wel op ingaan. Maar stop met het maken van mailings.” Bettina Dalenoord, marketing communicatie manager InShared.
 

“Het kost veel tijd, moeite en vooral doorzettingsvermogen om een netwerk en naam op te bouwen. En die te onderhouden. Want zolang als het duurt om die op te bouwen, zo snel zijn ze je ook weer vergeten als je lang niks van je laat horen, niet zichtbaar bent of elders heel lang geboekt bent.” Freelance copywriter.

​

“Veel freelancers trekken de deur dicht en beginnen aan de volgende klus. Terwijl vaak de klus waar je aan gewerkt hebt nog uitgewerkt moet worden, geproduceerd of natuurlijk nog gelanceerd moet worden. Allemaal redenen om contact te blijven zoeken. Hoe gaat het met de uitwerking? Kan ik nog iets betekenen? Wanneer gaan we live? Hoe is de reactie van de klant? Door contact te zoeken toon je interesse en popt je naam weer even op in het achterhoofd van de mensen waar je mee gewerkt hebt.” Carlo Groot, freelance copywriter 

Ik bel je zo terug

Het voelt misschien niet fijn om te liegen tegen je klant, maar een beetje voor-de-gek-houderij is voor beide partijen gunstig. Stel, je klant belt en vraagt of je morgen tijd hebt voor een klus. 

​

De oprechte freelancer in je zou misschien antwoorden met: 

"He he, eindelijk.... ik heb geen hol te doen, dus kom maar door."

​

Ten eerste geef je hiermee het signaal af dat je werkt voor het geld. En dat het dus helemaal niet belangrijk is wat voor soort klus het is; als het maar betaalt. En ten tweede geef je hiermee een loser-signaal af aan je klant. Niemand wil eten in een leeg restaurant, want dan zal het wel niet veel soeps zijn. Klanten vinden het fantastisch als hun favoriete freelancer non-stop volgeboekt is. Want dan hebben ze het idee dat ze de juiste keuze hebben gemaakt; ze werken met de allerbeste!

​

De ondernemende freelancer in je zou moeten antwoorden met:

"Dan hebben we allebei ontzettend mazzel, want er is toevallig net een klusje uitgevallen." 

​

Of nog beter: 

 

"Leuk! Maar ik moet even kijken in mijn agenda of ik wel een gaatje voor je heb. Ik bel je zo terug."
 

En natuurlijk heb je een gaatje. Sterker nog, je hele agenda is een groot gaatje. Maar dat hoeft je klant niet te weten. Wacht een minuutje of vijf en bel 'm dan terug. En probeer de klus niet à la minute in je agenda te zetten. 

​

"Hmmm... morgen wordt moeilijk. Kan het ook een dagje later?"

De spanning stijgt bij je klant. Hij is erg blij dat zijn favoriete freelancer zo ontzettend gewild is. En er bestaat een kansje dat hij tijd heeft! Heeft de klus echter bloedspoed en moet het zo snel mogelijk worden geklaard? Hang dan de telefoon weer op na de mededeling: 

​

"Ok, dan moet ik even kijken of ik dat andere schijfklusje van morgen kan verschuiven. Ik bel je over een uurtje terug." 

​

En na dat uur - tuinieren, lezen, douchen of netflixen - bel je je klant op met het goede nieuws! Het is gelukt! Wonder boven wonder kon je dat andere klusje verschuiven. Zodat je nu tijd hebt voor je favoriete klant. 

​

Jij blij: want je hebt weer een leuke klus bij een leuke klant.
Klant blij: want hij heeft kennelijk een van de allerbeste freelancers weten te bemachtigen. En ondertussen is hij in de veronderstelling dat je hemel en aarde hebt bewogen om de klus voor hem te doen. Hij zal je dan ook eeuwig dankbaar zijn. 
 

Het dilemma van de lege agenda

Dit is een van de meest netelige vraagstukken van een freelancer:

Aan de ene kant wil je op social media roepen dat je tijd hebt voor een klus. Maar aan de andere kant wil je niet overkomen als een freelancer die bungelt boven de afgrond. 

​

Natuurlijk kun je af en toe op LinkedIn zeggen dat je weer een gaatje hebt. Maar doe het spaarzaam. Niet dagelijks, niet wekelijks, hooguit een keer per maand. Want hoe vaker je het roept, hoe meer je overkomt als een wanhopige zzp'er. 

​

En als je dan een keer zo'n berichtje deelt met de wereld, doe het dan als een winnaar:

​

"Er valt opeens een grote internationale klus weg. Wat zal ik 'ns gaan doen vandaag?"

​

"Net een maand gigantisch gebuffeld. Ik ben blij dat mijn agenda weer even kan ademen."

 

"Project afgerond. Factuur de deur uit. Heeft iemand nog een tip voor een goed boek?"
 

Illustratie van een verveelde designer die naar zijn telefoon staart zonder werk te hebben.

LinkedIn

“LinkedIn wordt vaak onderschat. Op LinkedIn vallen leuke projecten nog steeds veel meer op tussen alle saaie slideshares en talks. En: werk dat je deelt op LinkedIn, wordt ook gezien door mensen buiten je netwerk. Dit komt omdat standaard op Linkedin alle reacties ook gezien worden door mensen buiten je netwerk. Als je vriend Pietje op je post reageert, ziet ook het netwerk van Pietje jouw update. Ik heb vaak gehad dat ik iets had geplaatst op LinkedIn en allerlei reacties kreeg van mensen die ik niet ken. Een hele goede manier dus om een veel grotere groep mensen te bereiken! Daarbij geldt dat je LinkedIn profiel ook helemaal top moet zijn, maar dat spreekt voor zich.” Carlo Groot, freelance copywriter.

​

 “Je LinkedIn-profiel is een handige tool; een online resume. Het kan je goed helpen bij je geloofwaardigheid als je veel mensen uit het vak kent. En de mogelijkheid om projecten nu toe te voegen is zeer waardevol. Zo kun je nu ook op LinkedIn makkelijker laten zien waar je mee bezig bent.” Freelance interaction designer. 

​

LinkedIn is het belangrijkste sociale netwerk voor freelancers. Het vervangt je cv, het is een digitaal visitekaartje en het is een belangrijke tool voor nieuwe opdrachtgevers. 
 

Zo kun je via die enorme digitale rolodex vrij eenvoudig achterhalen wie de juiste contactpersoon is bij een bepaalde opdrachtgever die je graag aan je klantenlijstje wilt toevoegen. Ook voor een nieuwe opdrachtgever is LinkedIn erg belangrijk. Als hij jou nog niet kent, vindt hij het erg geruststellend als blijkt dat jullie 20 gemeenschappelijke connecties hebben. 

​

Dit geldt echter niet voor de Skills & Endorsements. LinkedIn heeft deze functie een paar jaar geleden toegevoegd. Hiermee kunnen anderen garant staan voor jouw talenten. En als blijkt dat meer dan 100 mensen vinden dat jij een geweldige paaldanser bent, dan zal dat ook wel kloppen. 

​

Mis. 

​

Je connecties op LinkedIn zijn echt. Daar kun je niet over liegen. Die kun je moeilijk mooier maken dan ze zijn. Skills & Endorsements wel. Door zelf veel mensen te endorsen - of erger nog; door mensen te vragen om je te endorsen - kun je dit stukje van je LinkedIn cv vrij makkelijk pimpen. Opdrachtgevers hebben dit door. Ze vertrouwen de Skills & Endorsements dan ook niet. Veel endorsements toont aan dat je enorm actief bent op LinkedIn. Meer niet. Een freelancer met weinig endorsements kan veel getalenteerder zijn dan jij, maar is gewoon niet zo bezig met LinkedIn. Investeer dus in je connecties. En niet in de endorsements. 
 

Klanten over de LinkedIn endorsements

"Ik vind endorsements een beetje oneerlijk. Ik merk zelf dat mensen uit mijn netwerk me een endorsement geven zonder dat ze me echt goed kennen of ooit met mij gewerkt hebben. Wellicht willen ze er een voor terug om zo de boel op te poetsen. Dus ik hecht niet zoveel waarde aan endorsements." 

​

"Het probleem met die endorsements is dat ze door LinkedIn volledig auto-matisch en willekeurig worden toegevoegd. Zogenaamd uit naam van je eigen contacten. Maar als je ziet wat ik voor endorsements krijg (van mensen waar ik nauwelijks contact mee heb), zoals “Architecture” of “Public Relations” en weet ik veel wat voor onzin, dan weet je dat dit volledig automatisch gaat."

​

"Om heel eerlijk te zijn twijfel ik aan de endorsements die soms te onpas op LinkedIn worden gegeven."
 

"Ik geloof niet in de endorsements. Want degene die het meest actief is op LinkedIn heeft de meeste. Niet de beste."

 

"Ik moet eerlijk zeggen dat ik persoonlijk niet zoveel aandacht schenk aan die endorsements op LinkedIn, omdat die niet zo heel betrouwbaar zijn. Met een klik kan je iemand onderschrijven, wat heel laagdrempelig is natuurlijk. Het wil niet per se zeggen dat die persoon er ook daadwerkelijk goed in is". 
 

De overige LinkedIn tools 

Your Professional Headline

Wees enorm duidelijk: freelance vormgever. En maak het niet te abstract met bijvoorbeeld ‘creatieve geest’. Je potentiële opdrachtgever zoekt namelijk naar een freelance vormgever en niet naar een 'visual guru' of 'out-of-the-box-thinker'. 

​

“Opdrachtgevers vinden duizendpoten erg fijn, maar je als duizendpoot aan-bieden is weer heel verwarrend voor opdrachtgevers”. Freelance copywriter.

​

“Voor freelancers die zich ontwikkelen – dus geen generalist blijven, maar een specialisatie gaan ontwikkelen – zal er altijd werk zijn. Daar zit wel een paradox in. Want opdrachtgevers en bureaus hebben juist behoefte aan mensen die heel veel weten en heel veel kunnen. Maar de kern is het belangrijkst bij je organisatie. Daar moet de continuïteit in zitten. Als creatief directeur – bij een bureau of een adverteerder – is het dan ook belangrijk om een generalist te zijn. Iemand die overal wel wat vanaf weet. Die persoon vormt de vaste creatieve kern. En daaromheen worden steeds meer creatieve specialisten ingehuurd. Voor dm, tv, online, enzovoorts.” Jolanda Stokman. group manager, production/studio EU Bose.  
 

Veel freelancers zien zichzelf als een allround creatief. Ze kunnen vormgeven, een leuk stukje fotograferen en zelfs ook een videocamera vasthouden. Vooral studenten die net van de opleiding komen willen zichzelf wel 'ns positioneren als allround; ze zijn geen tekstschrijver, ze zijn geen vormgever, nee: ze zijn het allemaal. 

​

Voor opdrachtgevers werkt het helaas anders. Zij zijn niet op zoek naar een illustrator die in z'n vrije tijd ook filmscripts schrijft. Ze zoeken gewoon een goede illustrator. Punt. Ze zoeken geen tekstschrijver annex vormgever annex cateraar. Ze zoeken een goede tekstschrijver. Hou daar dus rekening mee bij je professional headline. 
 
Als je zodanig overtuigd bent van je regisseertalenten dat je je fotografieloop-baan even op een lager pitje wilt zetten, omschrijf jezelf dan als 'regisseur' en niet als ‘visual creative’ of iets dergelijks. Denk vanuit je klant. Denk hoe hij zoekt. 
 

Previous experience

Handig voor nieuwe opdrachtgevers. Zodat ze zien waar je de laatste tijd hebt gezeten. Je hoeft niet elke week dit stukje aan te passen. Het is veel makkelijk om na elke klus even te connecten met al die nieuwe personen waar je mee gewerkt hebt. LinkedIn vult dan meteen je cv aan. 

​

Summary

Omschrijf wie je bent, waar je talenten liggen en wat voor soort opdrachten je graag wilt doen. Ga niet pochen. En hou het kort. 

​

Contact info

Invullen. Zo compleet mogelijk. Veel freelancers slaan dit stukje gek genoeg over. Is niet slim. Vooral voor vogels die geen online portfolio hebben. 

 

Groups

Sluit je aan bij groepen die voor jou relevant zijn. Volg de statusberichten van deze groepen. En meng je in de discussies. 
 

Update

Het stukje Facebook binnen LinkedIn. En daardoor dus belangrijker dan Facebook. Hier komen geen katten, barbecues of baby's voorbij. Hier kun je je connecties inspireren door je laatste project te delen. Hier discussieer je over je vak. Hier stel je vragen over je freelancebestaan. Hier volg je je grote helden. Hier hou je in de gaten wat je concurrenten... pardon, collega's doen. 

​

En dat laatste begint steeds belangrijker te worden. Bureaus, opdrachtgevers en andere bedrijven zien LinkedIn als een soort marktplaats. Als ze een freelancer zoeken dan posten ze dit als status update op LinkedIn. En in mum van tijd buitelen de freelancers over elkaar heen om zichzelf in de spotlight te zetten. Met grappige reacties, links naar hun portfolio en natuurlijk hun contactgegevens. Dus stop iets minder tijd in Facebook en kijk iets vaker op LinkedIn. Want daar zou zomaar ‘ns een heel leuk klusje voorbij kunnen komen.
 

Enzovoorts

Filmpjes, diavoorstellingen, awards, testjes.... LinkedIn heeft vele andere tools die je kunnen helpen om deze etalage van je winkel nog verder op te poetsen. Bekijk ze een voor een. En kijk of ze iets voor je kunnen betekenen. Voor de een zijn awards belangrijk en de ander vindt het weer handig om een project te delen met een slideshow. 
 

Verras je klant

Het is geven en nemen in een relatie. Dus ook in de relatie met je klant. Veel opdrachtgevers zijn echter teleurgesteld in de vrije vogels. Ze vinden dat freelancers vooral veel nemen en weinig geven. Bij een klus staan de vrije vogels te trappelen om aan het werk te gaan. En om meteen daarna een factuur te sturen. Maar als er geen klus ligt, hoor je de freelancer niet. 

​

Is je klant op zoek naar een nieuw pand en kom je toevallig iets tegen? Deel het met 'm!

​

Heb je een leuk idee bedacht wat jouw klant enorm zou kunnen helpen? Deel het!

​

Zag je net een geweldige techniek, film of presentatie waar je klant bij van kan worden? Deel het!

​

Geeft je klant een borrel of een feestje? Ga erheen. Met een flesje wijn. Hij wil je niet alleen zien onder werktijden. Hij wil een band met je opbouwen. 
 

Illustratie van een creatieve persoon die zijn klant verrast met een leuk cadeau, een flesje wijn.

Opdrachtgevers over de proactieve freelancer

"Ik heb nog nooit een freelancer gehad die 'ns spontaan met een leuk idee kwam. Dat soort dingen krijg ik wel van andere ondernemers. De freelancer van morgen is dan ook een ondernemer. Dat is mijn type freelancer. Die meedenkt. Die deelt in de downs maar ook in de ups. Die inderdaad wel belt van: ik heb een idee, jij hebt die klant, als jij het verkoopt dan krijg ik xx% van je." Arjan Ribbe, managing director Hunt.


"Het is mij nog nooit gebeurd dat een freelancer die ik heb ingehuurd een keertje iets terugdeed. Er is nog nooit een freelancer geweest die tegen me zei: ‘Weet je, ik heb iets leuk voor je. Een leuk idee voor je klant. Een leuk project wat we samen kunnen oppakken’ of ‘Dit ga ik gratis voor je doen.’ Het is altijd zo dat ik geef maar nooit iets terugkrijg. Ik kan me niet voorstellen dat elke freelancer helemaal vol zit. Dan ga je toch zelf aan de slag? Freelancers weten voor welke klanten we werken. Ga zelf naar mensen toe en laat zien wat je maakt en wat je kan. En laat zien dat je enthousiast bent. En dat je niet alleen maar komt halen, maar ook komt geven. Als je iets te geven hebt, dan willen mensen wel. Maar ik vind dat er verdomd weinig terugkomt aan energie." Rogier Heijning, creatief directeur Lemon Scented Tea.

​

"Freelancers mogen wel wat meer terug doen. We vinden het leuk dat ze ons aanbevelen bij andere freelancers als een leuk bureau. En voor borrels nodigen we altijd onze freelancers uit. De een komt niet, de ander komt wel. En dan merk je wel dat als we weer een freelancer nodig hebben, we een voorkeur hebben voor de freelancer die zich betrokken voelt bij het bedrijf. Ik maak ook nooit mee dat ze zelf een keertje ideetjes aandragen. Kom pro-actief met ideeën! Die wij aan onze klanten kunnen verkopen. Daar zouden we heel blij mee zijn. Ik denk dat veel freelancers zichzelf zien als: ik krijg een opdracht, ik voer 'm uit en dan ga ik weer." Mehrnoesh Forouzandeh, client director Anyone? 

​

“Wat een gelul. Ik vind juist dat bureaus heel veel vragen van hun freelancers. Last minute, altijd dealtjes willen maken, over de tarieven zeiken. Ik denk dat freelancers voor hun relatie altijd wat meer geven: ze blijven altijd wat langer zitten, ze zijn er thuis ook mee bezig en factureren dat dan niet. Het is een hele rare prinsessenklacht. Het klinkt niet als een tweezijdig commitment. Het betekent dat je als bureau niet gelijkwaardig kijkt naar de mensen die je vast op de vloer hebt en naar de mensen die je op een zzp-verband inhuurt. Ik heb nou niet het gevoel dat de freelancers waarmee we werken dozen met bonbons moeten brengen.” Alwine de Jong, creatief directeur Being There.

​

“Ik draai het liever om: bureaus huren mensen in en betalen ze voor hun werk. Daar zit geen overwaardering in, maar ze verwachten - omdat ze betalen - dat daarbinnen dan toch nog een overwaardering zit die gecompenseerd moet worden. Maar dat is niet zo. Die freelancer doet namelijk gewoon z’n werk, die maakt z’n uren en dan hup strik eromheen: klaar. Dat is een uitwisseling van gelijke waarde. Wil je iets extra’s krijgen dan geef je overwaarde, dat werkt overigens beide kanten op.” Michiel Daalmans, co-founder, The Outsiders.
 

"Het is leuk om bij elkaar te gaan zitten. Om nieuwe innovatie concepten los te weken. Iedereen loopt met zoveel ideeën rond. Maar je weet ook dat je het niet in je eentje kunt uitvoeren. Als we samen gaan zitten dan komen er altijd mooie dingen uit. We vragen vaak aan freelancers om samen te gaan zitten. Maar het zou ook wel 'ns fijn als dat van de andere kant komt." Remco Vroom, creative managing director TABWORLD.

​

"The good freelancers I work with always give me something I don't expect. And I'm always open to that." Craig Stuart, executive creative director Nomads.

​

"Freelancers hebben wel 'ns een idee voor een merk dat wij hebben. Dat vind ik leuk. En als het een leuk idee is, stuur maar op en dan proberen we het te verkopen voor je." Patrick de Zeeuw, owner Alfred.

​

“Ik vind freelancers niet echt trouw. En dat vind ik jammer. Een freelancer verdient goed aan ons en daarna gaat ie weer weg. En dan hoor ik niets meer. Goede doorgewinterde freelancers hebben het ook niet nodig om contact te onderhouden. Ze hoeven niet naar mijn borrel te komen. Ze hebben toch wel werk. Die mensen hebben alleen behoefte aan je op het moment dat je ze geld geeft.” Alexander Kosman, creative director Shoq.

​

“Werken met freelancers is de nieuwe manier van werken geworden. En voor mij is het ideaal. Ik hoop ook dat het nooit meer overgaat. Voor de account mensen vind ik het prettig dat mijn klant altijd dezelfde persoon aan de lijn krijgt. Maar alles wat niet account is, is bij mij freelance. Zo heb ik een vaste freelance strateeg waar ik al vijf jaar - of misschien wel langer - mee samen-werk. We werken dan een maand intensief samen en dan weer een paar maanden niet. Ook wat betreft studio; ik heb een vaste kaartenbak met een aantal mensen. De een is goed in dat en de ander is weer goed in dit. En ze zijn tegenwoordig zo ontzettend slim! Want mijn freelance designers hebben zelfs hun eigen opvangregeling voor me als ze zelf niet beschikbaar zijn. ‘Ik bel je even over de planning. Als ik er niet ben; mijn harde schijf gaat naar die en die. En die ken je, dus dat zit wel goed.’ Ze hebben het zo makkelijk voor me gemaakt! Ik hoef niet eens zelf op zoek te gaan. Mijn freelancer zorgt voor z’n eigen opvang!” Iris Buddingh, managing director Propaganda.
 

Klein Opdrachtgevers Onderzoek

Als je het aan onze opdrachtgevers vraagt, mogen we wel wat pro-actiever zijn. Dus spontaan zelf tips, ideetjes of kansen aandragen zonder een factuur te vragen of zonder daarbij te bedelen voor een klus. 

​

In het onderzoek werd de vraag gesteld: 
Komen freelancers wel ‘ns proactief met tips, ideetjes, kansen? 
Dus buiten een klus om? 

​

Bij slechts 11% van de opdrachtgevers gebeurde dit vaak. 
Bij 54% gebeurde dit soms. En bij 35% zelfs nooit. 
 

Blijf groeien

Constant blijven leren. Constant blijven groeien. Constant nieuwe skills onder de knie krijgen. Het is voor een freelancer in marketing en communicatie van levensbelang. Want die branche verandert momenteel als een dolle. En als je niet mee verandert, heb je straks een heel groot probleem. 

​

“Welcome to Advertising Land!”

​

Onlangs vergeleek iemand werken in marketing en communicatie met werken in een attractiepark. 

​

Je hebt AboveTheLineLand met de TV-Commercial Attractie, de Abri Ride, en de Radiocommercial Hall. 

​

Daarnaast ligt InteractiveLand, met de Mobile Show, Banner Mountain, de Pre-Roll-ercoaster en het Social Media Theatre. 

​

En verder heb je nog BelowTheLineLand met Sales Promotion Parade, Direct Marketing Island en Point Of Sale Point. 

​

Elk jaar komen er in dit magic kingdom nieuwe attracties bij. Zoals de VR en AR Game Arcades en het AI Circus bijvoorbeeld. 
 

De meeste mensen die in Advertising Land werken, kiezen er gek genoeg voor om de hele dag bij dezelfde attractie te gaan staan. Dag in dag uit. Ze zien steeds dezelfde karretjes en horen steeds dezelfde geluidjes. Soms 30 jaar lang. Ze hebben geen idee hoe de attractie naast hen eruitziet. En ze hebben dus ook geen idee wat voor bezoekers die andere rides aantrekken. En het gekke is; het interesseert ze ook niet. 

​

Gelukkig zijn er ook gepassioneerde freelancers. Die werken – en genieten – in dit pretpark zoals de bezoekers dat ook doen: ze helpen bij de Abri Ride, ze weten hoe Banner Mountain werkt en staan te popelen om even te mogen assisteren bij de nieuwe VR Game Arcade. 

​

Als freelancer heb je de unieke kans om elke dag iets nieuws te leren. Grijp die kans. Het maakt je werk niet alleen leuker, het is ook een investering in je toekomst. Want als de oude attracties op den duur worden opgeheven, dan kun jij zonder problemen ook bij de nieuwe rides gaan staan. 
 

bottom of page