top of page

De permalancer

Een nieuw begrip in het freelance woordenboek dat in 2014 opeens populair werd. Een permalancer is een werknemer die eerst op freelancebasis wordt ingehuurd en daarna een tijdelijk vast contract krijgt. Maar dan vaak wel met andere voorwaarden dan een gewoon permanent personeelslid. 

​

De permalancer ontstond als een gevolg van de veranderende relaties in de afgelopen jaren tussen werkgevers en werknemers. Werkgevers zagen in dat freelancers in veel gevallen handiger waren dan vaste werknemers. Goedkoper en flexibeler. Vooral bij korte projecten. Voor langdurige trajecten bleken de vrije vogels echter een tikje te prijzig.  

​

De oplossing: het permalance-contract

Opdrachtgevers sluiten nu soms vaste contracten af met freelancers. De vrije vogel wordt voor een paar maanden - of soms wel een jaar - ingehuurd. Beide partijen weten dat de relatie na deze periode voorbij is. Het permalance-contract is dus geen proefcontract of een tijdelijke aanstelling waar wellicht een permanent contract uit kan rollen. 
 

 

 

De freelancer ontvangt een vast bedrag per maand. Net als een vaste werknemer. En of het nou een rustige maand is of een krankzinnig drukke maand, de freelancer is zeker van een vast inkomen per maand. Maar daar houdt elke vergelijking met een vaste werknemer op. Want de permalancer profiteert niet van de sociale voorzieningen en de secundaire arbeidsvoorwaarden die een vaste werknemer heeft. Daar staat wel tegenover dat de freelancer zijn werk vaak mag invullen als een vrije vogel. Als er een dagje geen werk is, hoeft de freelancer niet binnen de muren van het pand te blijven. Hij mag dan – net als alle andere zzp’ers zonder werk – lekker in zijn eigen tuin gaan zitten. 

​

Elke permalance-afspraak is weer anders. Zo kun je bij de ene opdrachtgever wellicht wel enkele extraatjes bedingen – zoals een auto van de zaak – en zal de andere opdrachtgever je als een gewone zzp’er beschouwen zonder extra voordelen.

​

Misbruik van de permalancer

Een freelancer heeft volledige controle over hoe het werk wordt gedaan, waar dat wordt gedaan en op welke tijden dat wordt gedaan. Bij permalance bestaat het risico dat je altijd moet werken binnen de regels die het bedrijf heeft opgesteld, binnen de vier muren van het bedrijf en binnen de tijden die het bedrijf aangeeft. In dat geval ben je geen freelancer meer, je bent een goedkope arbeidskracht geworden voor je opdrachtgever. Omdat hij namelijk geen sociale voorzieningen voor je betaalt en je op straat kan zetten wanneer het hem uitkomt. Dus pas op dat je met een permalancecontract wordt misbruikt.
 

 

 

De nieuwe inkomstenbronnen

Door de ontwikkelingen van de afgelopen jaren waren veel freelancers (vaak noodgedwongen) naarstig op zoek naar nieuwe inkomstbronnen. Even een geschiedenislesje…

​

De Gouden Tijd

Wie in 2004 begon met freelancen had de mazzel om nog een paar jaar mee te liften op de Gouden Tijd. Tarieven stonden op recordhoogten en bureaus overboden elkaar om met freelancers te mogen werken. Soms stonden er wel vijf verschillende opties op één dag in je agenda. Het werk kon niet op. Als je slim was gebruikte je deze periode om flink te sparen. Want de Gouden Tijd verdween. En komt waarschijnlijk nooit meer terug. 

​​

Illustratie van een designer die geniet van alle opdrachtgevers die met hem willen werken. Het straalt een levendige en positieve sfeer uit.

De Onzekere Tijd

Drie jaar later - in 2007 - sloeg de eerste crisis toe. De kredietcrisis. Die in 2009 ongemerkt overging in de eurocrisis. Het was de tijd van het kaf/koren. Er was overduidelijk minder werk voor freelancers. En opdrachtgevers konden nu eindelijk kiezen met wie ze wilden werken. Ze waren niet meer aangewezen op die ene freelancer die toevallig een gaatje had in z’n agenda. Veel freelancers hielden in die tijd hun hart vast. Zit ik bij het kaf? En kan ik beter vakken gaan vullen in een supermarkt? Of zit ik gelukkig toch bij het koren? En blijft m’n agenda lekker gevuld?
 

 

 

Illustratie van de designer die er nu wat onzeker uitziet met minder opdrachtgevers. De sfeer is rustiger en de designer lijkt in gedachten verzonken.

De Creatieve Armoede

Ook de lucky few voelden de pijn. Misschien niet zozeer in de portemonnee, maar wel in de portfolio. De leukste projecten waren nu vooral voorbehouden aan het vaste personeel. De overige rommelklusjes werden aan de freelancers gegeven. Dat was in de Gouden Tijd wel anders. Bureaus probeerden toen freelancers op allerlei manieren voor zich te winnen. Ze wilden allemaal de favoriete opdrachtgever zijn van de freelancer. De allerleukste klussen lagen dan ook maar al te vaak op het bureau van de zzp’er. Door de crisis werd die verdeling helaas volledig omgegooid. En kon je als vrije vogel fluiten naar die leuke klussen. Dus ook als je nog voldoende werk had, kon je nog steeds behoorlijk depressief worden van de crises. 
 

Illustratie van de designer die er nu ongelukkig uitziet omdat hij aan een saaie opdracht werkt.

Wel of geen crisis?

In 2013 was de crisis eindelijk voorbij. De wereld begon weer tekenen van welvaart te vertonen: huizenprijzen klommen, mensen met een vaste baan boekten verre dure reizen en er werd weer voorzichtig gespeculeerd op de beurs. Maar voor veel freelancers leek de crisis nog lang niet voorbij. Zelfs de allerbeste freelancers zaten soms maandenlang zonder werk. 

​

Dat kwam omdat ze nog een beetje moesten wennen aan het aftercrisis-tijdperk.

​
 

 

 

De Nieuwe Werkprocessen

In de Gouden Tijd waren de werkstromen vrij eenvoudig en vrij helder. Adverteerders hadden veel klussen en hadden er ook veel budget voor. Al dit werk ging naar de bureaus: reclamebureaus, designbureaus en internetbureaus. Die bureaus gaven de klussen vervolgens aan hun vaste werknemers. En aangezien de workload enorm groot was, was het personeelsbestand van deze bureaus vaak ook enorm groot. 

 

Maar hoeveel mensen ze ook in dienst hadden, de onophoudelijke stroom werk van de adverteerders bleef maar groeien. Freelancers waren dan ook hard nodig om alle klussen weg te werken. Tijdens de Gouden Tijd waren er echter niet zoveel freelancers als nu. Dus bureaus moesten hun best doen om een getalenteerde én beschikbare freelancer te vinden. En als ze er eentje hadden gevonden, dan gaven ze ‘m ook meteen de allerleukste klussen om ‘m te vriend te houden. 
 

En toen veranderde alles…

​

Adverteerders hadden opeens minder klussen en nog veel minder budget. Met als gevolg dat bureaus in zwaar weer terechtkwamen. Er werd flink gesneden in het personeelsbestand en al die werkelozen vestigden zich als freelancer. De markt werd overspoeld met zzp’ers. En de concurrentie onder freelancers was moordend. De noodgedwongen vrije vogels hadden het werk dringend nodig. Ze renden dan ook veel harder dan de oude freelancers en kaapten alle klussen voor hun neus weg. Veel pre-crisis freelancers hadden het hier soms moeilijk mee. Ze beseften dat ze niet meer gewoon bij de telefoon konden blijven wachten voor een klus: ze moesten nu ook de boer op. Ze moesten netwerken, zichzelf verkopen en drastisch met hun tarief omlaag. Want hoe groter het freelance-aanbod hoe lager de prijs. 
 

En dat was nog maar een van de vele problemen…

​

De budgetten van de adverteerders waren dan misschien minder geworden, de eisen helaas niet. Opdrachtgevers wilden steeds vaker voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. Ze wilden enorme projecten realiseren voor minuscule bedragen. Bureaus waren door hun vaste kosten – denk alleen al aan de huur van het pand – veel te duur voor dergelijke projecten. Adverteerders gingen dus op zoek naar andere manieren om hun projecten uit te voeren. En zo ontdekten ze de freelancers…

​

Opdrachtgevers passeerden hun trouwe bureaus en belden de freelancers. Freelancers hebben immers geen dure panden of andere vaste kosten en zijn dus veel voordeliger. Soms namen ze direct contact op met de freelancers en soms indirect via een intermediair of een netwerker. Die verandering was ook even wennen voor de freelancers. Want werken bij een comfortabel bureau waar alles keurig voor je geregeld wordt is wel even wat anders dan werken bij een opdrachtgever die jou ook allerlei ingewikkelde vragen gaat stellen over planningen en begrotingen.
 

Freelance 2.0

De freelancer van na de crisis heeft zichzelf helemaal opnieuw moeten uit-vinden. We kunnen niet meer vertrouwen op onze good old opdrachtgever: het bureau. We moeten op zoek naar nieuwe inkomstenbronnen. 

​

We kunnen aanschuiven bij intermediairs en netwerkers. 
We kunnen direct contact opnemen met adverteerders. 

Maar de grootste kans voor freelancers is zelf ondernemen. We moeten niet meer wachten tot er een grote opdracht voorbijkomt – uit welke hoek dan ook - maar zelf initiatieven lanceren. Nieuwe producten, nieuwe diensten, nieuwe events. Projecten waar je creatieve voldoening uithaalt. Initiatieven die door vrije vogels zijn bedacht, door vrije vogels worden ontwikkeld en die door vrije vogels worden verkocht. De freelancer van de toekomst is een ondernemende freelancer. 

 

En gelukkig staan je daarbij nooit alleen. Als je het goed doet, heb je een enorm netwerk om je heen verzameld waar je op kunt terugvallen. Wat bestaat uit tientallen bevriende en getalenteerde zelfstandige professionals die staan te popelen om je te helpen bij het verwezenlijken van je initiatief.
 

 

 

Illustratie van dezelfde designer die nu ook als ondernemer verschillende projecten beheert.

Buffer opbouwen

Klein Freelancers Onderzoek

Bijna alle succesvolle freelancers zijn in het begin van hun vrije loopbaan in de geld-valkuil getrapt. 25% kreeg eurotekentjes in de ogen toen ze begonnen met freelancen en gooiden meteen al hun centjes over de balk. 57% ging iets slimmer om met de geldstroom en zette het keurig opzij. 18% spaart overigens nog steeds te weinig.

Ilustratie van een designer die een spaarvarkentje knuffelt.

Ja, de tarieven van freelancers liggen soms comfortabel hoog. Maar de betaaltermijnen zijn soms oncomfortabel lang. Waar je werknemer aan het eind van de maand keurig je salaris krijgt overgeboekt, kan het bij freelance opdrachten rustig drie of vier maanden duren. Vooral bij startende freelancers kan dit lastig zijn: je wilt toch de boodschappen kunnen blijven betalen.

​

Als je net bent begonnen als freelancer, neem dan bij je opdrachtgever zo snel mogelijk contact op met de financieel directeur, de boekhouder of hoe de persoon ook heet die de facturen betaalt. Leg deze persoon uit dat je nog maar net actief bent als freelancer. En dat je dus snel een buffertje moet opbouwen om de lange betalingstermijnen te overbruggen. Vraag 'm om jouw factuur voor een keertje bovenop de stapel te leggen. Zodat je snel wordt betaald. En zodat je bankrekening een stootje kan hebben. 
 

De 50% grens

Het is verleidelijk om van al dat binnenstromende freelancegeld meteen een boerderijtje in de kop van Noord-Holland te kopen. Doe maar niet. Onze vrienden in Den Haag pakken namelijk bijna de helft van je zuurverdiende geld af. 

 

De meest veilige manier is de 50% grens. Zet van elke euro die binnenkomt 50 cent op een aparte rekening. Een groot gedeelte van dit geld gaat naar de fiscus. De rest kun je – nee, moet je - gebruiken als buffer voor slechtere tijden. Hoe moeilijk het soms ook is als je weer een nieuw gadget op Bright voorbij ziet komen; blijf netjes van die 50% buffer af. Die andere 50% moet voldoende zijn om van te kunnen leven.  
 

 

 

Een broodfonds

Veiligheidszoekende freelancers denken natuurlijk ook na over een arbeids-ongeschiktheidsverzekering. Er zijn heel veel verschillende verzekeringen. Variërend van duur tot extreem duur. Trap er niet in. Het kost je al snel honderden euro’s per maand. En mocht het ooit tot uitkeren komen, dan zullen de witte boorden er alles aan doen om niet uit te hoeven keren. 

​

Er gaan vele slechte verhalen de ronde over verzekerboeven: van vrouwen met borstkanker die schofterig worden behandeld tot decorbouwers die na een ongeluk vijf jaar moesten wachten op hun geld. 

​

Gelukkig is er een alternatief. Een nieuw systeem dat in de afgelopen jaren steeds meer aan populariteit heeft gewonnen. Het Broodfonds. Ik ga niet in detail uitleggen hoe het precies werkt, want daar heb je internet voor. 
 

Het grote verschil is dat een Broodfonds werkt op basis van vertrouwen en een verzekeraar op basis van wantrouwen. Een Broodfonds is een groep van 20 tot 50 zelfstandige ondernemers. Freelancers die elkaar kennen, die bij elkaar in de buurt wonen en die elkaar vertrouwen. Elke maand stort je een klein bedrag aan het Broodfonds. En als je ooit weer kiest voor een vaste baan - of met pensioen gaat - dan krijg je al het geld dat niet is gebruikt, keurig terug. En dat zie ik een verzekerschurk nog niet snel doen. 

Zoek dus een Broodfonds bij je in de buurt om je bij aan te sluiten. Een fijn vangnetje dat je samen met je vrije vrienden kunt opzetten. 
 

Paddle for Lars

Op 5 juli 2015 sloeg het noodlot toe bij Lars de Beer. Nog maar net begonnen als freelance designer had hij nog geen vangnetje zoals een Broodfonds of AOV geregeld. Tijdens een mountain bike tripje ging het mis. Dwarslaesie. Lars raakte van z’n schouders tot z’n voeten verlamd. Geen inkomen meer. En geen uitzicht op herstel. 

 

Een paar maanden later ontwikkelden vrienden en collega’s van Lars een grote actie voor ‘m: Paddle for Lars. Met deze actie zamelden ze geld in voor hun goede vriend. Om te voorzien in zijn levensonderhoud en voor de extra medische kosten. 

​

Freelancevrienden die elkaar helpen in nood. Dat is precies het idee achter het Broodfonds. Toen The Freeforce begin september 2015 – een paar maanden na het noodlottige ongeluk van Lars - een informatieavond organiseerde over het Broodfonds was de opkomst gigantisch hoog. Waarschijnlijk met dank aan Lars. Medio 2016 heeft The Freeforce haar derde broodfonds opgericht. Waardoor inmiddels 150 zelfstandigen in marketing en communicatie een fijn vangnetje hebben. 
 

 

 

Met het Broodfonds kun je twee jaar lang een uitkering krijgen van maximaal 3000 euro. Misschien dekt het niet al je onkosten, het is in ieder geval wat. En als het goed is, heb je als freelancer zelf ook een buffertje opgebouwd. Voor Lars zou dit natuurlijk nooit genoeg zijn. Daarom combineren veel freelancers het Broodfonds met een uitgestelde AOV. Ze laten de verzekering pas na twee jaar – de broodfondsoverbrugging – uitkeren. Daardoor kunnen ze hun premie – soms 400 of 500 euro – verlagen naar zo’n 200 euro per maand.

​​
 

Declareren

Den Haag neemt een flinke hap uit onze inkomsten. Prima. Met dat geld kunnen we als maatschappij namelijk de minderbedeelden ondersteunen. Zieken, arbeidsongeschikten, werkelozen, ouderen, ze krijgen allemaal steun van freelancers. 


Gek genoeg staat daar niets tegenover. Als de freelancer ziek wordt, arbeids-ongeschikt raakt of met pensioen gaat, dan krijgen we niets, nada, noppes. Ondernemersrisico noemen ze dat. True… Als zelfstandig professional verdien je de ene dag wat meer om de andere dag - als je een griepje hebt - een boterhammetje te kunnen betalen. 

 

Om je reservepotje voor die ziektedagen zo groot mogelijk te maken, moet je proberen om het fiscushapje zo klein mogelijk te maken. Probeer dus zoveel mogelijk te declareren en trek het lekker allemaal van je inkomsten af. 
 

Bijvoorbeeld bonnetjes van ontbijtjes, lunches, etentjes en borrels met freelancers, relaties en klanten. Vraag dus altijd om een bonnetje in de bedrijfskantine waar je op dat moment aan het klussen bent. 

 

Vergeet ook de kantoorartikelen en relatiegeschenken niet. Die je als bedrijfs-onkosten kunt indienen bij de belasting. Je kunt zo gek niet bedenken wat je allemaal mag declareren. Alles van IKEA noteer je onder 'kantoorinrichting'. Drank, speelgoed en cadeaus noteer je als 'relatiegeschenken'. En kaartjes, postzegels, papier en tijdschriften noteer je als 'kantoorbenodigdheden'. 
 

Wanneer stuur je de factuur?

Hier is geen goed antwoord op te geven. Want stuur je 'm te snel dan denkt je opdrachtgever dat je alleen maar werkt voor het geld en niet voor het leuke werk. En stuur je 'm te laat dan denkt je opdrachtgever dat je slordig bent. Qua timing kun je het dus eigenlijk nooit goed doen. 

​

De meeste freelancers versturen een keer in de maand hun facturen. Vaak rond de tijd dat ze hun btw moeten afdragen aan Den Haag. Dat betekent voor de ene klant dat de factuur best wel laat verschijnt en voor de andere klant dat de factuur heel snel komt, soms zelfs een dag nadat je de klus hebt gedaan. 
 

 

 

Voel je je er nog steeds niet prettig bij? Vraag dan gewoon aan je opdracht-gever wat hij prettig vindt. Want misschien wil ie 'm juist wel snel hebben voor z'n eigen administratie. 

 

Als je voelt dat een opdrachtgever in financiële problemen zit, stuur dan de factuur zo snel mogelijk! Zodat je - bij een eventueel faillissement - vooraan in de rij staat van geldeisers. Zit je voor langere tijd bij een klant die het niet al te breed heeft? Hop: elke week een factuur sturen. Niet wachten tot het eind van de maand. Zorg ervoor dat je steeds bovenop de stapel ligt. Zodat de curator jouw facturen steeds voorrang kan geven.   
 

Klein Opdrachtgevers Onderzoek

Wanneer willen klanten een factuur ontvangen van hun freelancer? Die enquête had een verrassende uitslag. 26% wil ‘m het liefst nog dezelfde dag hebben! 44% van de opdrachtgevers ziet de factuur graag na een week verschijnen. Slechts 15% wil ‘m na een maand. En de overige 15% maakt het eigenlijk helemaal niets uit. 

 

 

78% van de ondervraagde opdrachtgevers is bereid om startende freelancers te helpen door de factuur eerder te betalen. 
 

Betalingstermijnen

“Ja, jij kunt wel een betalingstermijn hebben van 14 dagen, maar wij hanteren een termijn van 90 dagen. Dus wacht maar geduldig.”

​

“Onze klant heeft ons ook nog steeds niet betaald, dus wij kunnen jou helaas ook nog niet betalen.”

​

Als freelancer heb je elke smoes wel al een keer gehoord. En betalings-termijnen van 30, 60, 90 of zelfs 120 dagen zijn tegenwoordig meer regel dan uitzondering. Hoe ga je hier nou mee om? Grote bedrijven - zoals banken - geven je meteen een boete als je een paar daagjes te laat bent met het betalen van de factuur. Dus waarom zouden de freelancers dat niet mogen doen? Die grote reuzen hebben bovendien meer financieel vet dan kleine zelfstandigen. 

 

 

Laten we beginnen met ‘ns wat meer voor onszelf opkomen. We zijn klein, maar we mogen best een grote mond hebben. Als een opdrachtgever zich verschuilt achter de betalingstermijn van zijn klant, gooi er dan even een #tegendebakker tegenaan:

​

“Sorry bakker, ik kan uw broodje pas over drie maanden betalen. Want dan hebben mijn klanten mij betaald.”

​

Het is simpel: als je als consument geen geld hebt, dan moet je niets kopen. En als je als opdrachtgever geen geld hebt, dan moet je geen freelancers inhuren. De meeste freelancers durven echter niet op te komen voor zichzelf. Bang dat ze dan meteen hun klant verliezen. Zeker in onze branche - waar het aantal concurrenten schrikbarend hoog is - loop je al snel het risico dat je klant bij een beetje tegensputteren meteen een andere freelancer belt. 

 

Je kunt de betalingstermijnen op een aantal manieren een plekje geven:
 

 

 

Gewoon rustig wachten

Als je een flinke buffer hebt, dan hoef je je geen zorgen te maken over de betalingstermijnen. Het geld komt wel, alleen iets later. En het verhaal dat je klanten rente kunnen vangen door het geld langer vast te houden gaat anno 2016 niet meer op. De rente is zo laag, daar kan een opdrachtgever nog geen kopje rentekoffie op verdienen. 

​

Wachten is natuurlijk makkelijk voor freelancers die al wat langer meedraaien. Zij hebben een flinke spaarpot en hoeven dus niet bang te zijn voor een betalingstermijn van 90 dagen. Voor startende freelancers is het een stukje ingewikkelder. Die moeten hun buffertje nog opbouwen. Die zitten dus niet te wachten op wachtende betalingen.
 

Illustratie van de designer die geduldig in een wachtkamer zit en een boekje leest.

8% na 90 dagen

Op 9 februari 2016 stemde de Tweede Kamer in met een wetsvoorstel om kleine spelers – zoals mkb’ers en zzp’ers – te beschermen tegen belachelijk lange betalingstermijnen. 

Grote spelers rekken de betalingstermijnen namelijk steeds verder op. Zodat ze minder krediet hoeven op te nemen. Kleine leveranciers zijn hier de dupe van. Ten eerste omdat ze minder opdrachtgevers hebben en dus een kleinere buffer hebben om op terug te vallen. En ten tweede omdat ze als kleine spelertjes geen grote vuist kunnen maken. 

​

Het voorstel was ingediend door het CDA samen met ondernemersclub ONL. In het wetsvoorstel staat dat zelfstandigen en mkb'ers een extra vergoeding van 8% mogen vragen als hun factuur na 60 dagen nog niet is betaald door grootbedrijven. 

Klinkt als goed nieuws. Totdat je gaat opzoeken wat een ‘grootbedrijf’ precies is: een organisatie met 251 tot 500 medewerkers. Waarschijnlijk zullen er weinig vrije vogels zijn in marketing en communicatie die het voorrecht hebben om voor dergelijke reuzen te werken.

​

“Het is leuk maar ik denk niet dat mijn opdrachtgevers dat serieus nemen. Ik ga het in ieder geval wel als een waarschuwing onder mijn factuur zetten.” Freelance designer.
 

 

 

Illustratie van de designer die zijn opdrachtgever een boete geeft wegens te late betaling van een factuur.

Maximaal 30 dagen volgens de wet

Weinig freelancers weten dat er een wettelijke betalingstermijn van 30 dagen is vastgesteld. Bij business to business – en dat zijn we allemaal – moeten opdrachtgevers volgens vadertje wet binnen 30 dagen je factuur betalen. 

​

Maximaal 60 dagen met een contract

Die betalingstermijn van 30 dagen geldt trouwens ook als je geen contract hebt opgesteld met je klant. Zodra de factuur bij je klant op de mat valt, moet ie binnen 30 dagen dokken. En als je iets wel contractueel vast laat leggen, dan mag je opdrachtgever de betalingstermijn tot maximaal 60 dagen op-rekken. Een betalingstermijn die langer is dan 60 dagen kan alleen als in het contract wordt aangetoond dat dit voor beide partijen niet nadelig is.
 

Maar ja, welke freelancer in marketing en communicatie stelt nou contracten op met z’n klant? Niemand toch? Het gaat vaak te goeder trouw. Een telefoontje. Een mondelinge afspraak. En hooguit een mailtje ter bevestiging. Als je voor elk klein klusje een groot contract moet opstellen dan wordt het leven van de vrije vogel er niet leuker op.

 

De wet staat gelukkig duidelijk aan onze kant wat betreft betalingstermijnen. Maar er blijft veel onduidelijk. Stel, je hebt een kleine opdrachtgever. Een klantje met maximaal 250 man personeel. Volgens de wet moet deze opdrachtgever binnen 30 of 60 dagen betalen. Maar de wet zegt niet wat de straf of boete is als je klant deze afspraak niet nakomt. Hup, meteen in de boeien? Een weekje plantsoenendienst? Een nachtje brommen? Of een boete van 0,50 eurocentjes?
 

Korting bij snel betalen

Een korting is natuurlijk een stuk sympathieker dan een boete. En het komt eigenlijk op hetzelfde neer. Dus beloon je klant bijvoorbeeld met 5% korting als ie binnen 14 dagen betaalt.

 

Probleem is dan wel dat je vaak extra facturen moet maken. Eentje met korting als ie binnen twee weken betaalt. En vervolgens nog eentje zonder korting als je klant over de betalingstermijn heen is. Dus daar moet je maar zin in hebben.    

​
 

 

 

Illustratie van de designer die zijn opdrachtgever een mooie korting geeft op de factuur.

Payroll services

Een van de grootste nadelen van freelancen is de financiële onzekerheid. Het ene kwartaal stroomt het geld met bakken naar binnen, het andere kwartaal komt er geen rooie cent binnen. En niet alleen omdat het werk even wat minder is, maar ook omdat je opdrachtgevers betalingstermijnen hebben van soms 60 of 90 dagen. 

​

Een payroll service kan dan uitkomst bieden. Als freelancer krijg je dan elke maand een bedrag op je rekening en ondertussen gaat de payroll service-aanbieder achter je geld aan bij je opdrachtgevers.

 

Er zijn een heleboel organisaties die payrolling aanbieden. Dus vergelijk ze goed voordat je er met eentje in zee gaat. Zo zijn er organisaties waarbij dat geruststellende vaste bedrag per maand door allerlei kleine lettertjes opeens toch niet op je rekening verschijnt. 
 

 

 

Een rondje deskresearch op internet levert de volgende voordelen op voor freelancers:


-    Sommige payrollers nemen je volledige administratie over. Van bonnetjes tot je jaaropgave.


-    Sommige payrollers versturen facturen voor je en beheren je debiteuren. 


-    Bij sommige payrollers heb je geen KvK of btw nodig waardoor je dus snel kunt starten.


-    Bij sommige payrollers heb je meteen ook een arbeidsongeschiktheidsverzekering. 


-    In sommige gevallen kun je – in tegenstelling tot andere freelancers – wel voor slechts één opdrachtgever werken.


-    In de meeste gevallen krijg je snel je geld.

 

 

Tijdens datzelfde rondje, kwamen ook enkele nadelen bovendrijven. Ten eerste kost het geld. En hoe meer diensten je afneemt bij een payroller hoe meer je betaalt. Vooral zo’n arbeidsongeschiktheidsverzekering kan aardig in de papieren lopen. 

 

Bovendien loop je het risico om fiscale voordelen te missen. Als je minder dan 1225 uur per jaar onafhankelijk werkt – dus zonder agent of payroller – dan kun je je zelfstandigenaftrek van ruim €7000 mislopen. En dat is jammer. Want elke euro die naar de payroller of naar de fiscus gaat is een euro minder in je eigen buffer of in je eigen vakantiepotje. 

 

Het grootste nadeel van payrollen is dat het de ondernemer uit je haalt. Freelancen via een payrolling service is eigenlijk een verkapt dienstverband. Met het gevolg dat je lui wordt, omdat je weet dat er elke maand een bedragje op je rekening verschijnt. Je zit niet meer actief achter je facturen aan en waarschijnlijk ook niet meer achter nieuwe klanten. 
 

Illustratie van de designer die samen met een boekhouder zijn administratie op orde krijgt.

Preferred Supplier

Freelancers zien elkaar steeds minder als concurrenten en steeds meer als collega’s. We geven elkaar tips, spelen klussen naar elkaar door en zetten samen spannende projecten op. Maar hoe sociaal we ook worden, in the end moeten we allemaal aan ons eigen tokootje en aan ons eigen portemonneetje denken. Freelancers vinden dan ook steeds nieuwe trucjes uit om klanten te werven - lees: wegkapen bij collega’s - en om ze aan zich te binden. 

​

Een van die trucjes is het preferred supplier contract. Waarbij je je klant een fikse korting geeft mits ze voortaan bij iedere klus eerst jou bellen. Op die manier verzeker je jezelf van inkomsten en van trouwe klanten. Het contract heeft wel een paar nadelen. Want hoe waardevol is die trouw als die klanten je alleen bellen omdat je zo voordelig bent? Een klant die trouw is omwille van je persoonlijkheid of je talent is veel meer waard. 
 

Een ander nadeel is dat je met de korting je collega freelancers onder druk zet. Om een klus bij deze klant te doen zijn ze dus genoodzaakt om ook omlaag te gaan met hun tarief. Dus dankzij het preferred supplier contract snij je ook in de portemonnee van je collega’s. Daar komt nog bij dat je met het contact de deur flink dichtgooit voor je collega’s. Je maakt het hen nu wel heel moeilijk om nog binnen te komen bij deze opdrachtgever. Met het contract gooi je alle collegialiteit die je in de afgelopen jaren hebt opgebouwd met je freelance vrienden in één keer overboord. 

​

"Dat lijkt me meer iets voor jonge freelancers. En met deze economie maken sommige katten rare sprongen." Patrick de Zeeuw, owner Alfred.

​

“Dat soort freelancers worden gedreven door angst.” Freelance copywriter.
 

Ga terug hoofdstuk 12:
"Je freelance tarief"

Ga terug naar de overzichtspagina met alle hoofdstukken.

bottom of page