top of page

Hoofdstuk 2:
'De verleiding'

Commercieel schrijven is niet schrijven, maar het voeren van een gesprek. Het belangrijkste advies bij het schrijven van commerciële teksten is dan ook: vergeet dat je aan het schrijven bent.

Non-interesse in commerciële teksten

Het verschil tussen commerciële teksten en non-commerciële teksten is de mate van interesse. Als je van lezen houdt heb je waarschijnlijk interesse in romans, poëzie of stripboeken. Je zult niet snel iemand vinden die verslaafd is aan het lezen van reclameteksten en die bij de brievenbus ligt te wachten totdat de volgende ongevraagde folder op de mat valt. Advertenties, reclamebrieven en productbrochures eindigen helaas niet naast het werk van A.F.Th. van der Heijden.

 

Het merk – en uiteindelijk dus de schrijver – moet die interesse zien op te wekken. Je kunt namelijk ervan uitgaan dat geen hond zit te wachten op jouw schrijverij.

Cover van het boekje 'Verleiden met een Dialoog' met lessen voor copywriters

Webcopy als leidraad voor alle commerciële teksten

Internet heeft een revolutie veroorzaakt in marketing en communicatie. Zo, dat was een flinke open deur. Een onbelicht onderdeel van deze revolutie is tekst. Een consument een commerciële boodschap laten lezen op internet leek namelijk onmogelijk.

 

Commercieel schrijven moest dus opnieuw worden uitgevonden. Daarbij werd goed gekeken naar de bedrijven en de merken die wel in staat bleken te zijn om verleidend te schrijven op internet.

 

Succesvolle trucs, structuren en kopjes werden al snel gekopieerd. En het duurde dan ook niet lang voordat die nieuwe manier van verleidend schrijven zijn weg vond naar offline middelen.

​

Opeens zag je webcopy op brochures, folders, direct mail en zelfs in advertenties. Met dezelfde opbouw, structuren en bullet points. Alleen de ‘klik hier’ ontbrak.

​

 

Doordat internet de moeilijkste plek bleek te zijn om teksten te lezen, ontstond er een nieuwe vorm van schrijven. En de tekstschrijver die succesvolle commerciële webcopy kan schrijven, kan elke vorm van commerciële copy schrijven.

Commercieel schrijven is een dialoog

Ik herhaal het nog maar keer: commercieel schrijven is niet schrijven, het is het voeren van een dialoog tussen twee mensen: de afzender en de ontvanger.

 

De afzender is het bedrijf, het product, de dienst. De afzender wil altijd iets bereiken. Hij wil de ontvanger iets verkopen, iets vertellen of iets laten doen. De afzender is de verleider. Die alle mogelijke middelen in zal zetten om zijn doel te bereiken. De afzender is de schrijver van de commerciële tekst.

 

De ontvanger is de consument, de doelgroep. De ontvanger zit niet te wachten op commerciële teksten. En al helemaal niet op internet. Maar soms ontkomt de ontvanger er niet aan. Bij iets belangrijks als een verzekering moet er wel gelezen worden. De ontvanger hoopt dat deze tekst dan zo helder mogelijk is. En geschreven is in een taal die hij begrijpt. De ontvanger is de lezer van jouw commerciële tekst.

 

Als je tijdens het schrijven vergeet dat je aan het schrijven bent en jezelf overtuigt dat je een dialoog met iemand voert, dan ben je in staat om commercieel te schrijven.

Illustratie van een markt in Antwerpen, waar een marktkoopman een vriendelijk gesprek voert met een vrouw bij zijn kraam vol messen.

Aangeboren verleiders

Iedereen kan verleiden. Iedereen kan een ander overhalen om iets voor hem of haar te doen. De een is er misschien ietsjes beter in dan de ander, maar het instinct om te verleiden zit in iedereen.

 

En dat gaat verder dan proberen iemand in bed te krijgen. Verleiden is ook een medewerker van een supermarkt iets voor je laten doen, je buurman vragen of hij kan helpen met verhuizen, je vrienden zo gek krijgen dat ze op je feestje komen, iemand overhalen om mee te gaan naar een concert of iemand enthousiast maken voor een boek of restaurant...

 

We kunnen allemaal verleiden.

 

We hebben er alleen nooit bij stilgestaan dat we dat ook schrijvend kunnen doen.

Verleiden in plaats van adverteren

Stap af van het idee dat je een mooie of leuke advertentie aan het maken bent. Vergeet dat. Denk alleen aan het verleiden met een dialoog.

 

Stel, jij bent marktkoopman en in je kraam ligt een geweldig aanbod. Voor je loopt de consument. Je hebt twee seconden om zijn aandacht te trekken. Wat ga je doen? Wat ga je laten zien? Welke verleidende teksten komen er uit je mond om de klant naar je kraampje te lokken? Een marktkoopman adverteert niet, hij verleidt.

 

Als schrijver van commerciële teksten heb je een kleine voorsprong op de marktkoopman. Je weet namelijk precies wie de consument is. Je weet waar zijn interesses liggen, waar hij mee bezig is, wat hij doet en wat hij gedaan heeft. Maak daar gebruik van. Speel in op wat je weet van zijn wereld. Net zoals je zou doen bij je vriendinnetje of vriendje.

 

Als je een meisje wilt versieren, verras je haar met haar lievelingsbloemen, kaartjes voor haar lievelingsband en kies je het valentijnskaartje uit waarvan jij weet dat ze enthousiast wordt.

 

De kunst van het verleiden is je verdiepen in de ander en weten hoe je deze persoon voor je kunt winnen.

Copy als onderdeel van een groot verleidingsproces

Advertenties, tv, radio, billboards, folders, promotieteams, sampling, social media, apps... copy is altijd de verbindende schakel. Copy draagt op elk mediatype de boodschap uit en negen van de tien keer is copy zelfs het startpunt – of het idee – van een sterke campagne.

 

Bij het schrijven dien je goed te beseffen in welke fase van het verleidingsproces de copy zit. Zodat je precies weet wat je tegen wie moet zeggen.

 

Er zijn – grofweg – vier fases...

​

Fase 1: Aandacht trekken

Je zit nu aan het begin van de dialoog. Waarbij je aandacht moet zien te trekken van de consument. Bijvoorbeeld met een sterke grap in een radiocommercial of met een opvallende heading (kopregel) voor een advertentie.

 

Fase 2: Interesseren

De dialoog is begonnen. Nu moet je er voor zorgen dat de consument interesse houdt in je verhaal. De ontvanger kent je product of dienst, maar heeft nog wel wat meer informatie nodig om daadwerkelijk in actie te komen. De kunst is om in deze fase alle relevante informatie over te brengen zonder het enthousiasme van de ontvanger te verliezen.

Fase 3: Verlangen opwekken

In deze fase moet je proberen om de interesse van iemand om te zetten in een verlangen naar het product. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan een mooie afbeelding van het product of een geweldig aanbod dat je niet kunt laten liggen.

 

Fase 4: Activeren

Het eindpunt van de dialoog: de verpakking, de bestelpagina of de display op de kassa. In deze fase wordt een verzekering afgesloten, een product gekocht of informatie aangevraagd. Het eind van deze dialoog vormt tevens het begin van een nieuwe dialoog. Waarbij je niet direct weer iets probeert te verkopen, maar de relatie met je klant warm houdt. Zodat de klant trouw wordt aan je product of dienst en dus vaker iets van je zal kopen.

 

AIDA

De bovengenoemde fases worden ook omschreven in het bekende AIDA-model: Attention, Interest, Desire en Action. Dit marketingmodel stamt al uit 1925 en is ontwikkeld door E. K. Strong. Op het interweb is enorm veel informatie te vinden over AIDA.

Het verleidingsproces in het dagelijks leven

Bij het verleidingsspel in het dagelijks leven gedragen we ons soms als een echte adverteerder. We zetten alle mogelijke middelen in om ons doel te bereiken: een kaartje, een sms’je, een mailtje, een vind-ikleuk’je, een bosje bloemen...

 

De fases die een adverteerder doorloopt in het verleidingsproces zien we ook terug in het dagelijks leven.

 

Stel je voor... je zoekt dringend iemand om op je hondje te passen. Als je een wildvreemde op straat aanklampt, zul je alle fases moeten doorlopen. Van aandachttrekken tot informeren tot activeren. Als je het aan je buurman vraagt, is de kans groot dat je fase 1 – het aandacht trekken – over kunt slaan. En bij je eigen partner wordt het nog makkelijker. Die hoef je alleen nog maar te activeren.

 

Het zinnetje ‘Wil je even op mijn hondje passen?’ kan er dus elke keer anders uit komen te zien. In het dagelijks leven doen we dit onbewust, maar bij het schrijven van commerciële teksten wordt vaak vergeten in welke fase we ons bevinden. Met het risico dat de ontvanger zich onbegrepen voelt en afhaakt.

Illustratie van een man en een vrouw die in een Nederlandse wijk in hun voortuinen een praatje maken. De vrouw staat klaar om haar hondje uit te laten.

Creatief verleiden

Er is geen wetboek voor commercieel schrijven. Er zijn geen gouden regels of tips.

 

En als je had gehoopt door het lezen van dit lesprogramma instantly de beste commercieel schrijver van Nederland te worden, dan heb ik slecht nieuws voor je.

 

Iedere schrijver moet het idee van de verleidende dialoog op zijn of haar eigen manier interpreteren. Iedereen is anders – nog zo’n open deur – en dat betekent dat iedereen altijd op z’n eigen manier zal verleiden. In het dagelijks leven en dus ook bij marketing en communicatie.

 

Om het instinct tot verleiden in je wakker te maken, moet je vergeten dat je aan het schrijven bent. Doe alsof je aan het praten bent. Met je vingers als stembanden. Hoe bewuster je bent van het feit dat je schrijft, hoe meer je jezelf blokkeert in het verleiden.

 

Sluit je ogen en probeer de ontvanger voor je te zien. En probeer dan deze persoon zo creatief mogelijk te verleiden met je woorden.

Creatief verleiden in het dagelijks leven

Slechte reclameboodschappen zijn te vergelijken met slechte openingszinnen. De ken-ik-jou-niet-ergens- van durven we in het dagelijks leven niet meer te gebruiken, maar in de reclame grijpen we helaas nog te vaak terug naar obligate openingszinnetjes.

 

Iedereen weet dat een gouden openingszin in de kroeg enorm veel waard is. En daarom doen we altijd ons best – bewust of onbewust – om zo opvallend mogelijk een gesprek te starten.

 

Probeer dus ook bij het schrijven van commerciële teksten zo creatief mogelijk te verleiden. En stop extra veel energie in je openingszin. Later in dit lesprogramma ga ik dieper in op de openingszin.

Doseer je verhaal (1)

Als er een tennisbal naar je wordt gegooid, dan vang je die makkelijk. Als er tien tennisballen naar je worden gegooid, dan vang je er niet één.

 

Het is een waarheid als een koe, maar slechts weinig adverteerders werken met de tennisbaltheorie. Als een discussie met je klant over een gedoseerde boodschap zinloos lijkt te zijn, neem dan de volgende keer de tien tennisballen mee naar de conference room. Mensen zijn pas overtuigd van een theorie als ze het idee in de praktijk hebben zien werken. Je gelooft pas dat een vliegtuig kan vliegen, als je het met je eigen ogen hebt gezien.

 

Klanten, adverteerders en opdrachtgevers hebben de neiging om alles van hun eigen product of dienst belangrijk te vinden. Ze hebben vaak niet één, maar twintig USP’s: unique selling points of unique selling propositions. Die dan ook nog ‘ns moeten proberen op te vallen tussen de drieduizend reclameprikkels die een mens gemiddeld per dag krijgt.

 

Ze zien soms zelf tussen hun boodschappenbomen het bos niet. Want behalve de aantrekkelijke rente willen ze ook communiceren dat je altijd bij je geld kunt, dat je via internet altijd een overzicht hebt en dat er geen verborgen kosten zijn.

 

Kortom, een klant wil vaak tien tennisballen tegelijk naar een consument gooien.

Illustratie van een man op een Nederlandse straat die verward probeert tennisballen te vangen, maar er geen enkele te pakken krijgt.

Doseer je verhaal (2)

Er zijn verschillende manieren om de belangrijkste boodschap boven water te krijgen. Om zo een hiërarchie in USP’s aan te kunnen brengen.

 

1. Google

Schrijf alle USP’s en boodschappen apart op. Probeer vervolgens via Google te achterhalen hoe uniek elke tennisbal is:

- Is de rente wel zo uniek als de klant zegt?

- Hoe kijkt de consumentenbond naar de verborgen kosten. Is de klant wel eerlijk?

- Is de internetservice van de klant wel zo goed als hij beweert?

 

2. Reviews

Lees reviews van het product of dienst op fora en sites als kieskeurig.nl, vergelijk.nl, independer.nl en Trustpilot. Positieve reviews van consumenten beperken zich vaak tot slechts één USP. En vaak is dat dé gouden USP die consumenten overhaalt om voor een product of dienst te kiezen.

 

3. Social media

Kijk op Twitter, Facebook en andere social media. Lees hoe consumenten omgaan met het product of dienst. Ook hier kan de juiste tennisbal voor het oprapen liggen.

4. Schets

Teken tijdens de briefing een eenvoudige advertentie. Ook als je eigenlijk een radiocommercial, een tvspotje of een banner moet maken. Met zo’n fictieve advertentie breng je de boodschappen uit de briefing namelijk tot leven.

 

Verdeel samen met de opdrachtgever de boodschappen uit de briefing in deze schets. Maak eerst van de belangrijkste boodschap een eenvoudige heading. Maak van de andere boodschappen kopjes en tussenkopjes.

​

Bepaal welke elementen kunnen worden verwerkt in de bodycopy en geef een plekje in je schets voor de pay-off van het merk. Met zo’n fictieve advertentie wordt het zowel voor jou als voor de opdrachtgever duidelijk hoe de hiërarchie in boodschappen eruit komt te zien.

 

Briefing: het moment waarop je opdrachtgever je duidelijk komt vertellen wat je precies moet doen. Als het goed is, neemt hij deze briefing ook mee op papier. Later in het lesprogramma ga ik dieper in op de briefing.

 

Pay-off: de essentie van het merk in één zin. Verder in het programma doe ik nog een klein praatje over de pay-off.

 

Bodycopy: de lopende tekst in een advertentie.

5. De Hemertmethode

Deze heb ik geleerd van mijn goede vriend Bas van Hemert: schrap het tegenovergestelde om unieke eigenschappen te vinden.

 

Stel je voor dat een klant de volgende waarden aan zijn merk koppelt:

persoonlijk,

makkelijk,

vriendelijk,

helder,

humor.

 

Noteer dan vervolgens de tegenovergestelde begrippen van deze waarden. In dit geval:

onpersoonlijk,

moeilijk,

onsympathiek,

ondoorzichtig,

serieus.

Er is geen merk op de wereld dat zich wil associëren met onpersoonlijk,

moeilijk,

onsympathiek.

ondoorzichtig.

 

Dus deze waarden kun je allemaal doorstrepen. Maar er zijn wel merken die serieus willen zijn, zoals banken of uitvaartverzekeringen. Door te schrappen heb je nu een eigenschap gevonden van het merk waarmee het zich kan onderscheiden: humor.

 

Humor biedt voor dit merk de meeste kans om op te vallen.

Visuele hiërarchie

Bij een dialoog in het dagelijks leven kun je eenvoudig je verhaal doseren. Een dialoog heeft namelijk altijd een bepaalde tijdspanne. En door je boodschappen keurig te verdelen over deze tijdspanne kun je een volgorde en een hiërarchie aanbrengen.

 

Sommige commerciële teksten hebben ook een tijdspanne. Zoals een radiocommercial en een tv-commercial. Bij deze teksten kun je de verschillende boodschappen stap voor stap overbrengen aan de luisteraar of de kijker.

 

De meeste commerciële teksten zijn echter afbeeldingen die in een keer op het netvlies komen. Bij een folder, advertentie, brief of billboard ziet de consument je hele tekst (en dus alle boodschappen) in een keer. Het risico bestaat dat de lezer zijn eigen volgorde gaat bepalen en daardoor het verhaal niet goed tot zich neemt.

 

Het aanbrengen van een hiërarchie in je tekst is dan ook enorm belangrijk. Zodat je de dialoog stuurt en een volgorde in je verhaal aanbrengt. Gebruik dus alles wat je tot je beschikking hebt om zo’n hiërarchie aan te brengen: verschillende corpsen (lettergroottes), verschillende lettertypes, tussenkopjes, vet, cursief, onderstreept, kleur…

Als architect van de commerciële tekst heb je dan ook het recht – of de plicht – om je eindeloos te bemoeien met de vormgeving van de tekst. Als een vormgever of art director een ontwerp maakt waarbij alle boodschappen evenveel aandacht opeisen, is je hiërarchie verdwenen en is je verleidende dialoog mislukt.

Advertentie voor ING Bank

Advertentie van ING Bank met duidelijke hiërarchie

Speel marktkoopman

Breng een keer een bezoekje aan een markt en zoek een standwerker op. Je weet wel, zo’n supermarktkoopman met een superproduct. En ervaar de kracht van een gedoseerde boodschap. Menig marktkoopman is namelijk briljant marketingstrateeg.

 

Kijk ‘m daar staan. Achter z’n kraampje met keukenmessen. Er loopt een potentiële klant voorbij, laten we het clichématig bij een vrouw houden. De marktkoopman heeft drie seconden de tijd om haar aandacht te trekken. Want daarna is ze al buiten zijn bereik.

 

De messen die voor hem liggen zijn vlijmscherp, geschikt voor elk stuk vlees, groente of vis, kunnen zonder problemen de vaatwasser in en zijn veilig voor kinderen.

 

De gemiddelde account director zal alle boodschappen in deze drie seconden proppen. Waardoor de vrouw alleen maar ruis hoort en doorloopt naar het volgende kraampje.

 

De marktkoopman is slimmer. Hij kiest één übersterke USP. Een tennisbal waarmee hij de vrouw naar zijn kraam lokt. Dat is fase 1 van het verleidingsproces: precies weten wat je in eerste instantie roept om aandacht te trekken.

Dan voelt de marktkoopman feilloos aan dat het tijd is voor fase 3: verlangen. Hij geeft een mes aan de vrouw. Ze voelt hoe licht het mes is en hoe lekker het in de hand ligt. Het verlangen naar de messenset is opgewekt.

 

Meteen door naar fase 4 dus: activeren. Het liefst verkoopt hij de hele set ter plekke, maar als de vrouw een foldertje meeneemt, heeft de marktkoopman zijn doel al bereikt.

 

De marktkoopman is een perfecte verleider. Denk bij het schrijven van je commerciële tekst steeds terug aan de markt. Wat zou de marktkoopman als eerste roepen? En wat als tweede? En hoe praat hij tegen zijn publiek?

Illustratie van marktkoopman met messen en vrouw

Korting of gratis messenblok?

Dankzij zijn zesjarige universitaire opleiding Marketing & Communicatie weet de marktkoopman waar zijn klant gevoeliger voor is: een cadeautje of korting.

 

Ervaringen uit het verleden tonen aan dat consumenten die kunnen kiezen tussen korting of een premium (een gratis cadeautje bij de aankoop) tien van de tien keer kiezen voor het cadeautje.

 

De vrouw op de markt zal bij haar nieuwe messenset dan ook liever een gratis messenblok hebben dan korting op de messen. Zelfs als het bedrag van de korting hoger is dan het prijskaartje van het messenblok!

 

Dit principe is universeel. Of het nou gaat om het kopen van een brood, een auto of uitvaartverzekering; het cadeautje heeft voor de consument meer waarde dan de korting.

 

De marktkoopman weet dit dondersgoed.

 

Maar toch zal hij altijd de klant een keuze voorleggen: ‘Zo mevrouw, wilt u bij deze messenset 10 procent korting of liever dit mooie messenblok?’

 

Is de marktkoopman zijn dure opleiding vergeten? Of is er nog iets anders aan de hand?

Koffie of thee?

Kauwgom of een dropje?

Biertje of een wijntje?

Chips of een nootje?

 

Door iemand een keuze voor te leggen, heb je in het verleidingsproces een slimme strategische zet gedaan. Als je aan je visite vraagt: ‘koffie of thee?’ denkt ze niet meer na of ze überhaupt iets wil drinken. Het brein van je gast heeft die beslissing onbewust al genomen en concentreert zich nu op de keuze tussen koffie of thee.

 

Door aan de klant te vragen: ‘korting of messenblok?’ forceert de marktkoopman de aankoopbeslissing. De vrouw concentreert zich nu op de keuze en heeft de beslissing om de messenset te kopen al genomen. Deze psychologische truc duikt overal op in reclameuitingen. En schroom dan ook niet om ‘m te verwerken in je verleidende dialoog.

 

Meer lezen of direct bestellen?

Kijk op belpascal.nl of bel 06 - 54 753 417.

Meenemen of direct opeten?

Eigenschappen laten voelen

In het verleidingsproces willen we ons altijd van onze beste kant laten zien. Als je grappig bent, zul je de hele avond proberen iemand aan het lachen te krijgen. Als je goed kunt dansen, zul je iedereen proberen te imponeren met je moves.

 

Niemand zal bij binnenkomst in de kroeg roepen: ‘Ik ben de grappigste man van deze kroeg!’ of ‘Ik ben de beste danser van het dorp’. Je publiek zal dergelijke opmerkingen niet waarderen. Ze zullen denken: ‘Laat maar ‘ns zien dat je grappig bent of luchtig in de voeten. En dan oordelen we zelf wel.’

 

Toch zet menig adverteerder zichzelf nog steeds voor lul door te roepen: ‘Wij zijn het meest persoonlijke bedrijf van Nederland.’ of ‘De leukste manier om Spaans te leren.’ of ‘De makkelijkste verzekering’.

 

Door reclame-uitingen te vertalen naar het dagelijks leven, ontdek je meteen hoe dom ze vaak zijn.

Eigenschappen moet je niet roepen, maar laten voelen. Ben je persoonlijk? Bewijs het dan maar! Door iedere klant een persoonlijk adviseur te geven bijvoorbeeld. Ben je een leuke opleiding? Bewijs het! Met lesstemmen van bekende cabaretiers bijvoorbeeld. Ben je echt zo makkelijk? Toon het aan. Door te laten zien dat iemand inderdaad binnen drie minuten een verzekering kan afsluiten.

 

Zoek dus naar het bewijs van de USP waar je iets voor moet schrijven. En neem de bewijsvoering als basis voor je tekst. Dan kom ik als ontvanger zelf wel tot de conclusie dat je heel erg persoonlijk, leuk of makkelijk bent.

Gebruik geen negatieve woorden

Zeg een keer tegen je moeder dat je haar geen trut vindt. Het woord dat bij je moeder blijft hangen is ‘trut’ en ze zal zich steeds afvragen waarom je dat woord hebt gebruikt.

 

Negatieve woorden blijven langer hangen dan positieve woorden. Daarom gebruiken we in het dagelijks leven nooit negatieve woorden als we iemand een compliment geven. We omschrijven elkaar alleen met positieve woorden. ‘Ik vind je niet lelijk’, betekent misschien hetzelfde als ‘Ik vind je mooi’ maar komt heel anders over.

 

Reclamemakers gebruiken nog te vaak negatieve termen om die dan vervolgens te ontkrachten:

- Ons product is niet duur

- Wij voorkomen gedoe

- Nooit de weg kwijt met onze routeplanner

 

Na het lezen van deze teksten blijft bij de consument hangen: ‘duur’, ‘gedoe’ en ‘de weg kwijt’.

Probeer negatieve woorden dus te vermijden. En herschrijf je teksten naar:

- Ons product is 10 euro goedkoper

- Onze klantenservice maakt het u makkelijk

- Snel van a naar b met onze routeplanner

 

‘Gebruik alleen positieve woorden’, was dan ook een veel betere kop geweest voor dit stukje. ;-)

Zien eten, doet eten

Het beste advies dat ik elke tekstschrijver zou willen meegeven: schrijf niet. Een beeld zegt meer dan duizend woorden. Probeer je verhaal dan ook te vertellen in beelden. En demonstreer je product met illustraties, foto’s, filmpjes of een complete online experience.

 

De demo is momenteel razend populair. Webcopy verdwijnt en maakt plaats voor filmpjes waarin het product op een luchtige en entertainende manier wordt gedemonstreerd. Een logisch gevolg van mijn eerdere constatering dat mensen niet willen lezen op internet.

​

Bovendien heeft de demo een enorme verleidingskracht. Als je iemand in de kroeg ziet spelen met een gloednieuwe gadget, dan wil je het device zo snel mogelijk zelf vasthouden. Die psychologische truc is heel duidelijk te zien bij kinderen. Hoe vaak je ook tegen een kind zegt dat een bepaald speeltje heel erg leuk is, pas als je er zelf mee gaat spelen zal het kind interesse tonen.

​​

De marktkoopman gebruikt deze truc ook. Hij demonstreert het product en geeft consumenten de kans om het zelf ook even vast te houden en te proberen.

​

​

Illustratie van twee kleuters die samen spelen. De ene kleuter geniet van een mooie brandweerauto, terwijl de andere kleuter jaloers probeert de auto af te pakken.

Cliffhangers

Houd elke alinea superkort. Zodat het makkelijke leesklare brokjes worden. Als je de ontvanger een groot blok tekst voorschotelt, zal hij weinig zin hebben om daar doorheen te ploeteren. Voor een korte alinea neemt hij wel de tijd. En als je verleidend schrijft dan haal je ‘m ook wel over om de volgende korte alinea te lezen.

 

Een nadeel van een korte alinea is dat je er weinig informatie in kwijt kunt. Maar dit nadeel kun je ook tot je voordeel laten werken. Door de laatste zin van je alinea abrupt af te breken en af te sluiten met een ‘koffie-of-thee’. Op die manier heb je dus de unieke kans om... Meer weten? Kijk op belpascal.nl of bel 06 - 54 753 417.

In de vorige alinea zit een cliffhanger. Om lezers nieuwsgierig te maken in de hoop dat ze naar mijn website gaan of me even bellen. Een slim trucje dat je natuurlijk alleen op internet kunt gebruiken.

 

Bij webcopy krijg je vaak te horen dat je tekst een maximaal aantal woorden of karakters mag hebben. Omdat het anders niet past in een kader of in een banner. Die beperking kan lastig zijn, maar zoals ik in de vorige alinea aangaf, kun je er ook een verleidende cliffhanger van maken.

bottom of page